Uitzonderingsmaand AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS Bij de beoordeling van de financiële positie van de boerenleenbanken in de achter ons liggende maanden werd bijna altijd melding gemaakt van het feit dat de uitzettingen iedere maand een sterkere stijging vertoonden dan in de overeenkomstige periode van het vorig jaar. De maand november maakt hierop echter een uitzondering. In deze maand stegen de uitzettingen met een zelfde bedrag als in november 1963. Zoals uit de hiernevens gepu bliceerde cijfers blijkt vertonen de voorschotten en kredieten in rekening-courant samen een stijging van f 26 miljoen. Hiervan kwam voor rekening van de voorschotten f 28 miljoen. De netto-aanwas bleef hierdoor in deze maand voor het eerst in 1964 beneden die van dezelfde periode van het vorig jaar, toen er f 30 miljoen meer werd ver strekt dan afgelost. Hieraan ligt een complex van oorzaken ten grondslag, waarin onder meer een rol gespeeld wordt door verminderde investeringen, verhoogde rente en sterk gestegen prijzen. De daling van de kredieten in rekening-courant was echter geringer dan verleden jaar. In november liep het saldo terug met f 2 miljoen tegenover het vorig jaar f 4 miljoen. De toevertrouwde middelen zijn in november van dit jaar minder gestegen dan in november van het vorig jaar. De hoofdzaak hiervan is gelegen in de geringere aanwas van het saldotegoed, dat de rekeninghouders in reke ning-courant aanhouden. Hierbij dient men rekening te houden met het feit, dat de verschillende uitkeringen, zoals melkgelden en dergelijke, op een later tijdstip plaatsvonden dan in voorgaande jaren. Het spaaroverschot daarentegen bleef met f 19 miljoen op ongeveer hetzelfde niveau. Besparingen Voor wat betreft de besparingen in de maand december kunnen de Eindhovense boerenleenbanken tevreden zijn. Zag het er oorspronkelijk somber uit, achteraf bezien valt het spaaroverschot mee. Voor het eerst sinds juli van dit jaar is het spaaroverschot hoger dan in de overeenkomstige maand van het vorig jaar. Volgens de voor lopige gegevens overtreffen de stortingen de terugbetalingen met f 18 miljoen. In vergelijking met december 1963, toen er f 130 miljoen werd ingelegd en f 117 miljoen werd terugbetaald, betekent dit, dat het saldo van december van dit jaar het saldo van het vorig jaar met f 5 miljoen overtreft. De R P S. boekte eveneens een spaarresultaat dat hoger was dan dat van het vorig jaar. Bij deze instelling werd f 21 miljoen meer gestort dan terugbetaald. De spaarbanken aangesloten bij de Algemene Spaarbankbond noteerden een spaarresultaat van f 9 miljoen, terwijl het spaaroverschot bij de Utrechtse boerenleenbanken f 18 miljoen bedroeg. 2210

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 27