Boekbesprekingen
Oordeel zelf over effecten, door drs. E. L.
Vervuurt; Prisma-uitgave, 1964, 160 bladzij
den.
De ondertitel van dit boekje luidt 'Wat U van
beleggingstheorie moet weten voor U begint'.
Het boekje is gelukkig niet in de trant van een
studieboek geschreven. Toch zal de nog-
niets-ervan-wetende het op een studerende
manier moeten doornemen. Er worden heel
wat wetenswaardigheden in behandeld, vanaf
het ontstaan van de effecten tot hun plaats in
een kleine, grote of middelgrote portefeuille.
Er zijn aparte hoofdstukken over de diverse
risico's aan effectenbezit verbonden: koop
krachtrisico, economische, politieke en socia
le risico's en natuurlijk enkele suggesties tot
risicospreiding en selectie.
De soorten belastingen waarmede men bij een
belegging rekening moet houden, zijn ook af
zonderlijk behandeld: inkomstenbelasting,
vermogensbelasting en bronbelastingen (di
vidend- en couponbelasting). Achter deze
hoofdstukken wordt de situatie vermeld met
betrekking tot de buitenlandse bronbelastin
gen en hun terugvorderbaarheid.
De controle van en het toezicht op de beleg
ging noemt de schrijver in hoofdstuk 14 'de
hondewacht'. In overeenstemming met een
opmerking in hoofdstuk 3, dat risicoloze be
legging niet bestaat, voegen wij eraan toe, dat
men een gedeelte van die hondewacht beter
aan terzake kundigen kan overlaten, waarbij
wij dan meteen aan onszelf als bank denken,
waar altijd iemand die hondewacht moet lo
pen. Op blz. 73 vermoeden wij in de derde
volle zin een zetfout: de eerste komma zal wel
achter het woord 'niet' moeten staan. Het is
een kleinigheid, maar de betekenis van deze
zin verkeert daardoor in het tegendeel.
De strekking van het boek is ruimer dan de
titel aangeeft; de ondertitel dekt de inhoud
beter. Geen hoofdstuk, of de schrijver be
spreekt ook andere beleggingsvormen dan ef
fecten. Het boekje wordt daardoor voor de
belegger ook meer waard, het geeft hem tel
kens doorkijkjes naar terreinen buiten het ei
genlijke gebied van de effecten. Toch voelen
wij op dit punt een tweetal bezwaren. Het
eerste is, dat de schrijver het hele beleggings
terrein niet systematisch behandelt; in zover
re is het woord 'beleggingstheorie' in de on
dertitel weer minder juist. De lezer krijgt geen
afgerond en overzichtelijk beeld van het ter
rein. De vergelijking met een Britse pocket, de
complete beleggersgids (Complete Guide for
the Investor), dringt zich op. Die vergelijking
valt ruim in het voordeel van de Britse uitgave
uit. Maar de Nederlandse belegger heeft daar
niet veel aan. Ons tweede bezwaar is, dat de
heer Vervuurt grote voorliefde heeft voor be
legging in aandelen. In dit opzicht zouden wij
aan een meer genuanceerde houding de voor
keur geven.
Desondanks kan men bij de heer Vervuurt
2208