onder leiding van de Nederlandse Overzee-
bank. Het leningsbedrag was teruggebracht
tot f 50 miljoen. Het rentepercentage werd op
5%% gesteld; de uitgiftekoers op pari. De
looptijd werd gebracht op 25 jaar.
Alleen de looptijd was afwijkend ten opzichte
van de emissievoorwaarden van de Gasunie.
Gezien het hoge peil waarop de rentevoet zich
thans beweegt, is het voor de beleggers uiter
aard aantrekkelijk hiervan zo lang mogelijk te
kunnen profiteren. In dit opzicht heeft dus de
emissie Rotterdam een prae op de Gasunie,
wier lening slechts een looptijd heeft van 15
jaar.
Uiteindelijk zijn beide emissies echter volle
dig geslaagd. Naar beide leningen bestond
een zo grote vraag, dat grote reducties moes
ten worden toegepast. Vooral bij de emissie
van de Gasunie was ook de buitenlandse
vraag groot. Na de stortingsdatum van ge
noemde emissies liepen de koersen van beide
obligaties op tot boven pari. Ook in de staats
leningen toonde zich een koersstijging, die
tot uiting komt in de bijgevoegde koerstabel.
Het leek wel of de Amsterdamse effecten
beurs in de laatste weken van het jaar zoveel
mogelijk goed wilde maken van de koersdruk
waaronder de markt vrijwel het gehele jaar
had geleden. Een belangrijke aanleiding tot
de optimistische houding van de beurs is on
getwijfeld geweest het tot stand komen van
een loonakkoord. Hierdoor kreeg de belegger
weer vertrouwen in de winstkansen van het
Nederlandse bedrijfsleven.
Boerenleenbank St. Hubert