Gang van zaken in 1964 Het jaar 1964 is in economisch opzicht te ka rakteriseren als een jaar van overbesteding. Deze ging samen met grote spanningen in het economisch leven. De boerenleenbanken heb ben daarvan hun deel meegekregen. Ook voor ons was het een jaar dat belangrijke be sluiten noodzakelijk maakte om de ontwikke ling in goede banen te leiden. De loonexplosie die zich aan het begin van het jaar voordeed, gaf het economisch leven een koopkrachtinjectie, zo krachtig dat de produktie de vraag niet kon bijhouden. Zowel de consumptie als de investeringen namen zeer sterk toe. Het produktietekort moest ge dekt worden in het buitenland en leidde aldus tot een tekort op de betalingsbalans. Het hoge niveau van de investeringen deed zich in praktisch alle sectoren van het econo misch leven voor, met name ook in de agrari sche sector en in de bouwproduktie, twee sectoren waarmee de boerenleenbanken in nauwe relatie staan. Volledige cijfers over de investeringsactiviteit zijn nog niet bekend, maar het lijkt niet gewaagd te veronderstellen, dat de bruto investeringen in de landbouw die in hoofdzaak betrekking hebben op bedrijfs gebouwen en bedrijfsuitrusting, ongeveer 30% hoger waren dan in het voorgaande jaar. De investeringen in de tuinbouw speelden daarbij een grote rol. De animo om te investeren onder de land bouwers zal wel mede zijn veroorzaakt door de tamelijk bevredigende bedrijfsresultaten in het voorgaande jaar en de goede vooruitzich ten voor 1964, met name door verhoogde ga rantieprijzen. Op veel bedrijven is ook 1964 inderdaad een gunstig jaar geweest. Niet al leen de goede produktiecijfers hebben dit be werkstelligd, ook de prijzen in binnen- en bui tenland stemden tot tevredenheid. Vooral in de weidestreken hebben de boeren goede re sultaten kunnen boeken. De gemengde bedrij ven geven een enigszins verdeeld beeld te zien. Hun resultaten zullen misschien niet veel verschillen van die van 1963, maar zullen over het algemeen toch zeker niet slechter zijn. In de akkerbouwbedrijven vertonen zich nogal wat verschillen tussen de bedrijven. Wat de woningbouw betreft zijn soortgelijke cijfers uit de bus gekomen als voor de agra rische investeringen. Ook hier lag de produk tie in 1964 ongeveer 30% boven het peil van 1963. Daarbij moeten wij in aanmerking ne men dat er in de strenge winter van 1963 wei nig gebouwd kon worden, maar ook als wij dat doen kunnen wij de produktietoeneming nog stellen op 20%. Plaatselijke banken Deze hoge investeringsactiviteit bleef niet zonder gevolgen voor de verhoudingen op de kapitaalmarkt en dus ook voor de gang van zaken op de boerenleenbanken. De besparin- 2184

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 10