miljoen op de staatslening voor de deur. Dank zij de snelle terugloop van de in omloop zijnde bankbiljetten, kon ook deze hindernis gemakkelijk worden genomen. Zo zien we dat per 9 november voor iets minder dan f 22 mil joen aan bankpapier terugvloeide in de kassen van de banken. Voorts werd van de faciliteit om de staatslening met schatkistpapier te be talen voor f 60 miljoen gebruik gemaakt. Het saldo van de banken kon zich zodoende niet slechts handhaven, maar steeg zelfs met f 31 miljoen tot f 310 miljoen. Kredietrestrictie Het spreekt vanzelf dat per 16 november de zojuist geschetste ruimte verdween en plaats moest maken voor een somberder sfeer op de geldmarkt. De Nederlandsche Bank had im mers meegedeeld, dat de kredietverlening van de handelsbanken en de landbouwkredietin stellingen gezamenlijk de in de kredietrestric- tieregeling vastgestelde norm per 30 septem ber zodanig had overschreden, dat de bank instellingen, die niet aan deze norm voldeden, in de periode van 16 november tot en met 24 december een bedrag van f 233 miljoen aan renteloze deposito's zouden moeten aanhou den. Dit bedrag, het hoogste dat tot nu toe is voorgekomen, lag f 70 miljoen boven dat van de ervoor liggende periode. Het is niet verwonderlijk, dat de banken reeds bij het begin van de nieuwe strafdeposito- periode alles op alles zetten om op korte termijn een zo goed mogelijk saldo op hun rekening te krijgen. Doordat de banken die in de ruime hoek zaten hun middelen vasthielden werden de minder bedeelden gedwongen bij de Nederlandsche 2168 Bank voorschotten op te nemen tegen 5%. Volgens de weekstaat van 16 november bleek dat deze hulp van de Nederlandsche Bank was ingeroepen voor in totaal f 61 miljoen. Ondanks het gebruik van die dure hulp en het terugvloeien naar de banken van nog f 41 miljoen aan bankpapier was het geza menlijke saldo van de banken medio novem ber nog met f 30 miljoen gedaald tot f 280 mil joen. Daartegenover zagen we echter 's rijks schatkist haar middelen verrijken met ruim f 100 miljoen tot f 851 miljoen, hetgeen onder meer toe te schrijven is aan de belastingbeta lingen. Al met al was het beeld, dat de bank- staat per de zestiende te zien gaf, niet bij zonder fraai. De officiële callrente, die vóór 16 november nog op 2% stond, werd op die dag tot 2y2% verhoogd. Twee dagen later zag de commissie, die deze rente vaststelt, reeds aanleiding het tarief wederom met een half procent te ver hogen. Op 20 november volgde een verdere verhoging tot 31/2%. Dit cijfer gaf ook een juist beeld van de pessi mistische verwachting voor de volgende we ken. Van de november-ultimo verwachtte men, puttend uit de ervaringen van de voorgaande jaren, niet veel heil. De Sinterklaasinkopen, die in Nederland nog immer zeer veel bank papier in omloop brengen, maken het de geld markt altijd erg moeilijk. Per 23 november bleek de bankbiljettencir- culatie reeds met f 83 miljoen te zijn uitgezet. Men verwachtte dat daar nog zeker een kwart miljard zou bijkomen. Na 5 december zou het papier echter weer in grote stromen naar de banken terugvloeien, terwijl de schatkist nog voor circa f 100 miljoen te betalen had aan aflossing en rente op de lopende staatsschuld.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 26