De nieuwe wet bepaalt echter ook dat geen
nietigverklaring volgt als de minderjarige niet
is benadeeld of als zijn wederpartij, de Stich
ting Spaarbank, te goeder trouw is. De vraag
rijst nu wanneer men mag aannemen dat een
Stichting Spaarbank te goeder trouw is.
1. Indien beide ouders van een minderjarige in
leven zijn en de ouderlijke macht uitoefenen,
mag ons inziens een kassier ervan uitgaan
dat de beschikkingsbevoegdheid van de be
herende ouder niet is beperkt, zolang hij niet
van het tegendeel op de hoogte is gebracht.
2. Indien een van de ouders is overleden, of
beiden overleden zijn, en de minderjarige dus
onder voogdij staat, verdient het aanbeveling
dat de kassier bij de aanvang van de voogdij
bij de griffie van het kantongerecht informeert
of voor disposities machtiging van de kanton
rechter nodig is. Mocht dit het geval zijn, dan
dient de bekende BEM-clausule op de spaar
kaart en in het spaarboekje te worden gesteld.
De afkorting BEM betekent 'Belegging Erfe-
nisgelden Minderjarigen'. De clausule luidt:
'Zolang de minderjarigheid van de rekening
houder voortduurt, kan over het door dit boek
je aangewezen tegoed alleen worden beschikt
na verkregen machtiging van de kantonrech
ter te
3. Indien er bij de Stichting Spaarbank ten
name van onder voogdij staande minderjari
gen rekeningen uitstaan, die vóór 1 oktober
1964 zijn geopend, en de BEM-clausule is
daarbij niet gesteld, dan dient de bank een
zelfde informatie in te winnen alvorens be
schikking over het tegoed toe te staan.
Hiervoor merkten wij op, dat er geen nietig
verklaring van een beschikkingshandeling van
een ouder of voogd volgt indien de minder
jarige daardoor niet is benadeeld. Wij wijzen
er met nadruk op, dat het de kassier niet vrij
staat te treden in de vraag of zulks al dan niet
het geval is. Voor de vraag of de ouder of
voogd met of zonder machtiging van de kan
tonrechter kan disponeren dient hij uitsluitend
af te gaan op de mededelingen hierover van
de griffie van het kantongerecht.
Aangezien de wet de bepalingen over het be
heer van de ouder of de voogd ook van toe
passing heeft verklaard op het beheer van de
curator over het vermogen van een onder
curatele gestelde, zal het hiervoor onder 2 en
3 gestelde ook toegepast moeten worden
wanneer een spaarrekening op naam van een
onder curatele gestelde staat of wordt ge
opend.
In verband met het voorgaande vestigen wij
nog de aandacht op het geval dat een houder
van een lopende rekening bij een boerenleen
bank overlijdt en onder zijn erfgenamen zich
minderjarigen bevinden. Ook in dit geval be
staat de mogelijkheid dat de kantonrechter be
paalt, dat voor disposities over saldi bij giro-
of kredietinstellingen zijn machtiging nodig is.
Daarom zullen ook dan de hiervoor onder 2
genoemde informaties moeten worden inge
wonnen.
2163