Mr. Claessens
tijdens zijn toelichting
op de najaarscursus
worden daarnaast periodiek contactbijeen
komsten voor de voorlichters georganiseerd,
waarbij functionarissen van de Centrale Bank
hen op de hoogte brengen van de laatste ont
wikkelingen, en waarbij gelegenheid is tot het
uitwisselen van ervaringen.
Op 20 oktober vond wederom een dergelijke
bijeenkomst plaats. Onze directeur mr. Claes
sens, die deze vergadering opende, hield een
betoog over de plaats van onze landbouwkre
dietorganisatie in de geld- en kapitaalmarkt.
Sommigen hebben de indruk dat het voor uit
zettingen te betalen rentepercentage min of
meer onafhankelijk door de Centrale Bank
wordt vastgesteld. Men vergeet dan echter dat
de boerenleenbankorganisatie zich niet kan
onttrekken aan de algemene tendens van de
geld- en kapitaalmarkt. Haar rente- en uitzet
tingsbeleid is dan ook mede hierop gebaseerd.
De door mr. Claessens genoemde hoge rente
stand was voor de toehoorders aanleiding tij
dens de discussie het vraagstuk van de rente
subsidies nog eens te berde te brengen. De
actualiteit van dit zeer genuanceerde vraag
stuk is juist nu weer zo toegenomen omdat de
rentestand dicht bij die van de ons omringen
de landen is gekomen en daar past de over
heid wel rentesubsidies toe. Met name voor
jonge boeren zou een dergelijk subsidiesys
teem tot een aanzienlijke verlichting van hun
financiële lasten kunnen leiden. Er zijn echter
ook bezwaren, zoals het aanmoedigen van
investeringen die noch uit rentabiliteitsover
wegingen noch uit saneringsoverwegingen
verantwoord zijn. De vergadering kwam niet
tot een duidelijk standpunt, hetgeen niet te
verwonderen is.
Een tweede punt van discussie vormde de
vraag in hoeverre een systeem van risicodra
gend vermogen in de landbouw zou kunnen
worden ingevoerd. Iemand opperde het idee
dat op initiatief of door bemiddeling van de
Centrale Bank tot een aandelenemissie kon
worden overgegaan. De hierdoor verkregen
middelen konden dan risicodragend en dus
2156