2103
een rekeninghouder een zogenaamde over-
trekkingsfaciliteit toe te staan is, zoals bekend
mag worden verondersteld, gebaseerd op het
bepaalde bij artikel 49 lid 2 van de statuten.
Dit artikel houdt de eis in, dat kredieten, welke
tot een bij huishoudelijk reglement vastgesteld
maximum worden verstrekt aan leden die een
landbouwbedrijf uitoefenen, over een regel
matig gevoerde boekhouding beschikken en
hun bedrijfsontvangsten laten lopen over de
rekening waarop het krediet wordt geadmi
nistreerd. Onder deze voorwaarden worden
dergelijke kredieten niet als blanco uitleningen
beschouwd. Bovendien moet de vermogens
positie van de betrokken kredietnemer van
dien aard zijn, dat hij geacht kan worden voor
een dergelijk krediet in aanmerking te komen.
Indien de bank aan al deze voorwaarden stipt
de hand houdt, is de kans op verlies niet groot.
Zodra immers de opbrengsten van het land-
of tuinbouwbedrijf beginnen binnen te komen,
gaat het door de rekening aangewezen debet
saldo teruglopen om al spoedig geheel te ver
dwijnen.
In de praktijk hebben wij echter ervaren, dat
somtijds de veiligheidsmaatregelen waarmee
de overtrekkingsfaciliteit is omringd niet naar
behoren in acht werden genomen. Het komt
voor, dat ook aan niet-landbouwers de gele
genheid wordt geboden over een zodanig be
drag te beschikken, dat hun rekening debet
komt te staan zonder dat dekking aanwezig is.
In de regel betreft het dan zakenlieden of an
dere personen, die krap in de financiële mid
delen zitten en overal proberen om aan geld
te komen. Als men dergelijke mensen helpt,
betekent het vrijwel steeds uitstel van execu
tie; na korte of langere tijd ziet men het gebeu
ren, dat zij failliet worden verklaard. De bank
moet haar vordering dan indienen bij de cura
tor en verder maar afwachten of er na de liqui
datie van de boedel voor de concurrente credi
teuren nog enige uitkering beschikbaar komt.
In de regel is dit slechts een gering percen
tage of helemaal niets, zodat de bank, wegens
het ontbreken van zekerheid, uiteindelijk met
een verlies blijft zitten. Voor degenen die de
verantwoordelijkheid voor de overtreding dra
gen, is dit zeer onaangenaam. Zij kunnen im
mers persoonlijk voor het tekort aansprakelijk
worden gesteld, omdat zij zich niet aan de
statutaire voorwaarden betreffende de over
trekkingsfaciliteit hebben gehouden door ook
niet-landbouwers daarvan te laten profiteren.
Het is dus zaak om met het toestaan van dit
soort kredieten extra voorzichtig te zijn en
zich stipt te houden aan de statutaire voor
schriften.
Contact met de curator
Naar aanleiding van het bovenstaande moet
ook nog even de aandacht worden gevraagd
voor hetgeen dient te geschieden indien een
cliënt failliet wordt verklaard.
Een persoon, die failliet wordt verklaard, ver
liest van rechtswege de beschikking en het
beheer over zijn vermogen. Staat dus ten name
van de betrokkene een saldo-tegoed uit, dan
mogen daarop geen betalingen meer worden
gedaan, noch aan de rekeninghouder zelf,
noch aan degene die voorheen als zijn ge
machtigde optrad. In hun plaats is de curator
getreden, die daardoor bevoegd is geworden
het tegoed in ontvangst te nemen en kwijting
daarvoor te geven. Zodra de kassier van de