vering, effectenaangiften en aangiften van
vijandelijke vermogens.
In deze na-oorlogse periode ontstond ook
grote behoefte aan aanpassing van de statu
ten en reglementen van de Centrale Bank en
de plaatselijke boerenleenbanken, met welke
werkzaamheden de heer Switzar zich intens
heeft bezig gehouden. Zijn adviezen bij de
oplossing van juridische problemen, die in en
kele gevallen ontstonden bij de uitvoering van
nieuwbouwplannen van aangesloten banken,
bleken waardevol te zijn. Groot was ook zijn
inbreng bij de opzet van de N.V. Landbouw
kredietverzekering 'Eindhoven'.
De deskundigheid van de heer Switzar op het
gebied van het verenigingsrecht kwam hem
goed te stade bij zijn adviezen van juridische
aard aan organisaties in de land- en tuinbouw.
Voor deze organisaties heeft hij veelvuldig
moeilijke contracten opgesteld en bestaande
contracten onderzocht en daarover advies uit
gebracht. Vaak werd zijn medewerking inge
roepen bij werkzaamheden in het arbitraire
vlak, vooral in de sector van de zuivel als ge
volg van fusies en dergelijke.
Tijdens de algemene vergadering bij ge
legenheid van het 60-jarig jubileum van de
Centrale Boerenleenbank op 13 mei 1959,
maakte Zijne Excellentie Minister C. Staf,
toenmalig minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de benoeming van de
heer Switzar bekend tot Ridder in de Orde van
Oranje Nassau. Deze benoeming geschiedde
om de heer Switzar te eren voor de vele be
langrijke juridische werkzaamheden, die hij in
een periode van meer dan 34 jaren had ver
richt voor het boerenleenbankwezon en in wij
dere zin voor de gehele land- en tuinbouw.
Na de eervolle benoeming van de heer
Switzar tot onderdirecteur op 1 januari 1932
had hij eon belangrijk aandeel in de uitvoering
van het directie-rapport betreffende het land
bouwkredietwezen en de daarop volgende
wijziging in de statuten van de Centrale Bank.
Voorts had hij een groot aandeel in de voorbe
reiding en uitwerking van het nieuwe pen
sioenreglement voor het personeel van de
plaatselijke boerenleenbankon. In dezelfde pe
riode werd zijn aandacht gevraagd voor tal
van andere juridische kwesties.
2099