Landbouw-economisch
nieuws
Te verwachten was, zo beëindigden we vorige
maal onze beschouwingen, dat rondom de
jaarwisseling 'landbouw en EEG' opnieuw het
onderwerp zou zijn van vele en moeilijke dis
cussies en besprekingen. Intussen is de be
handeling van een aantal landbouwonderwer-
pen in de EEG in een wel uiterst kritiek sta
dium gekomen, dit vooral ten gevolge van
enige recente uitspraken van officiële Franse
zijde. Op 21 oktober stelde Frankrijk dat 'het
niet meer aan de Europese Economische Ge
meenschap zal blijven deelnemen wanneer de
gemeenschappelijke landbouwmarkt niet ge
organiseerd wordt zoals overeengekomen
was dat ze georganiseerd zou worden'. Wat
met deze uitspraak precies bedoeld wordt is
niet erg duidelijk, maar ze is zeker als drei
gend bedoeld en houdt ten nauwste verband
met allerlei overwegingen en bedoelingen van
politieke en militaire aard, welke in Frankrijk
met name bij President de Gaulle leven.
We zullen ons hier niet begeven in politieke
beschouwingen of bespiegelingen, maar ons
zoveel mogelijk beperken tot de landbouw-
economische en -politieke problemen en as
pecten. Waaruit bestaat nu het eigenlijke, het
essentiële probleem, dat op het agrarische
terrein in de EEG op korte termijn zou moe
ten worden opgelost? Er zijn voor het grootste
deel van de agrarische produkten reeds EEG-
regelingen in werking: voor granen, dierlijke
veredelingsprodukten, groenten en fruit, en
sedert begin november ook voor vele zuivel-
produkten en voor rundvlees. Maar al deze
regelingen gaan uit van het nog bestaan van
een aantal nationale markten in de EEG: er is
nog geen vrij onderling handelsverkeer en
geen gemeenschappelijk prijspeil. En daar
mee komen we bij het principiële vraagstuk:
de gemeenschappelijke landbouwmarkt kan
slechts tot stand komen wanneer beslissin
gen genomen en uitgevoerd worden ten aan
zien van het gemeenschappelijke prijsniveau
voor granen, melk, rundvlees, suiker, enz.
Dit is op de eerste plaats aan de orde voor
wat de granen betreft, onder andere omdat
deze produkten zo belangrijk zijn voor vele
andere produkten, de zogenaamde verede
lingsprodukten, maar ook omdat in de onder
handelingen van de Kennedy-ronde de gra
nen een bijzonder belangrijke plaats innemen.
De Europese Commissie had mede met het
oog hierop ongeveer een jaar geleden voor
stellen ingediend bij de Ministerraad, welke
inhielden de vaststelling van de gemeen
schappelijke graanprijzen op een peil onge
veer midden tussen de Duitse en de Franse
prijzen en de doorvoering daarvan in één keer
met ingang van 1 juli 1964. Hierin was voor
zien in de verlening van tijdelijke en aflopen
de compensatie-uitkeringen aan graantelers
in Duitsland, Luxemburg en Italië.
Het is de Raad niet gelukt over deze voor-
2128