Koerstabel 9774 2-10-1964 30-10-1964 3/2% Nederland 1947 837/8 (4,74%) 8272 (4,86%) 3/4% Nederland 1954 823/4 (5,18%) 83 (5,15%) 4%% Nederland 1963 II 9174 (5,22%) 9074 (5,34%) 5/4% Nederland 1964 I 102V8 (5,04%) 100 (5,25%) 33/4% Nederland 1953 8772 (5,19%) 863/4 (5,28%) 4 Nederland 1961 91 (5,17%) 8917i6 (5,35%) 3/2% Nederland 1956 873/4 (5,17%) 87 (5,28%) 4/2% Nederland 1960 I 9472 (5,27%) 94 (5,35%) 4/4% Nederland 1959 9374 (5,20%) 9274 (5,35%) 3 Ned. Grootboek 1946 8674 (5,16%) 8513/16 (5,18%) 41/2% Nederland 1964 (10 j.) 9772 (5,13%) (5,19%) 3 Investeringscert. 96"/i6 (5,49%) 9774 (5,13%) getwijfeld gestimuleerd door de wens om op korte termijn een, zij het een geringe, koers winst te realiseren. Dat de Bank voor Nederlandsche Gemeen ten in het succes van de staatslening aanlei ding heeft gezien eveneens met een obligatie emissie op de markt te komen, heeft slechts weinigen verbaasd. Op 5 november stelde de Bank de inschrijving open op een 5%% 25-jarige obligatielening, groot f 100 miljoen, tegen een uitgiftekoers van 981/2%- Met uitzondering van de bepalin gen inzake de vervroegde aflossing waren de voorwaarden van deze lening gelijk aan die van de jongste staatslening. Het rendement is dan ook te berekenen op eveneens 5,40%. Dit rendement is overigens belangrijk lager dan dat op de vorige uitgifte van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. In septem ber kwam deze op de markt met een 5%% 25-jarige obligatielening, groot f 100 miljoen, tegen een emissieprijs van 99%. Op het tijd stip van uitgifte bedroeg het rendement dus circa 5,85%. Uit deze rendementdaling blijkt wel, dat de spanning op de kapitaalmarkt enigszins ver minderd is. De toestroming van buitenlands kapitaal, dat belangstelling toont voor de hoogrentende Nederlandse obligaties, is hier ongetwijfeld onder meer de oorzaak van. Over het algemeen wordt echter niet ver wacht dat de rentestand op korte termijn nog verder zal dalen. 2127

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 33