Vermogenspositie in midden- en kleinbedrijf Tussen de vaak sombere geluiden uit kringen van het midden- en kleinbedrijf door weer klinken soms toch ook opgewekte tonen. Tot deze laatste behoren enkele gegevens van de accountantsdienst van het ministerie van economische zaken over de vermogensposi tie bij ondernemingen in enkele branches van het midden- en kleinbedrijf. Deze dienst heeft kort geleden enkele cijfers gepubliceerd over het verloop van de vermogenspositie in het loodgietersbedrijf, de detailhandel in brand stoffen en de detailhandel in aardappelen, groenten en fruit. Daarbij werden de uitge sproken kleine en grote bedrijven buiten be schouwing gelaten. Uit het onderzoek blijkt dat de vermogens positie in de drie genoemde branches gunstig verloopt. Het totale vermogen steeg gemid deld per bedrijf in de periode 1955-1961 aan zienlijk, en wat belangrijker is: ook het eigen vermogen nam snel toe. Dit wijst er op dat de financiële resultaten jaarlijks gunstig genoeg waren om de interne financiële posi tie te versterken. Nu is het voorbarig om te veronderstellen dat dit zonnige beeld ook wel in de andere branches zal zijn opgetre den. Wij zullen hieromtrent eerst de cijfers moeten afwachten. Maar wel kunnen wij vast stellen dat er geen redenen zijn om aan te ne men dat de hier vermelde branches in de on derzochte periode in zoveel gunstiger om standigheden verkeerden dan andere bran ches. De groei van het eigen vermogen in het lood gietersbedrijf is in de periode ultimo 1955- ultimo 1961 met ruim 80% gestegen. Het vreemde vermogen nam eveneens aanzien lijk toe, te weten met ruim 70%. Het totale vermogen nam toe met ruim f 30.000 tot f 71.100. Iets minder spectaculair was de toe neming van het vermogen in de detailhandel in brandstoffen. In deze branche steeg het eigen vermogen met 67% maar het vreemde vermogen met 90%. De procentuele toene ming van het eigen vermogen ligt hier dus duidelijk achter bij die van het vreemde ver mogen terwijl voor de loodgietersbedrijven het omgekeerde het geval is. Het totale ver mogen steeg van f 35.500 tot f 61.700. De de tailhandel in aardappelen, groenten en fruit geeft weer een ander beeld te zien. In deze branche namen beide vermogensbestandde len in vrijwel gelijke mate toe en wel met ruim 40%. Daardoor steeg het totale vermogen met f 8.400 tot f 28.300. De bedrijven van al deze branches hebben niettemin een eigen vermogen dat aanmerkelijk groter is dan hun vreemd vermogen. Geven de stijgingspercentages een zekere verscheidenheid te zien, het gemiddeld aan wezige totale vermogen verschilt ook aan- 2118

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 24