Goud, goudhandel en
gouden munten III
Als we ons zouden gaan verdiepen in het mun-
tenstelsel, waarin eens de gouden munt haar
intrede deed, dan zou dit artikel moeten uit
groeien tot een lijvig boekwerk. De munt is
ontstaan als hulpmiddel in het ruilverkeer.
Reeds 1600 jaar voor Christus kenden de
Grieken de 'talenten', baren brons die in feite
al tegemoet kwamen aan de voorwaarden
waaraan het muntgeld moet voldoen, name
lijk duurzaamheid en hoge waarde in klein
bestek. Omstreeks 700 jaar voor Christus na
men dc Grieken al hun toevlucht tot ronde
stukjes edel metaal zoals elektron, goud en
zilver. De waarde werd in drachmen uitge
drukt en we kunnen dus hier gevoeglijk spre
ken van de eerste munten.
In Nederland kenden we tijdens het bestaan
van de feodale staatjes Holland, Gelre en
Brabant al gouden, zilveren en bronzen mun
ten. De dukaat, een munt of beter gezegd een
koopmanspenning zonder waarde-aanduiding,
die in Italië in de dertiende eeuw al werd ge
slagen, zien wij in Nederland omstreeks 1580
verschijnen. In de grote handel met de Oost
2108
genoot de dukaat groot aanzien: de munt was
algemeen acceptabel en had een zeer hoog
goudgehalte van 23 karaat (0,9826 gram fijn
goud per gram gewicht). Eveneens als nego
tiepenning kennen we vanaf het jaar 1606 de
gouden rijder. Deze penning, geslagen zon
der waarde-aanduiding, was eigenlijk bedoeld
als een tien-guldenstuk. De prijs van het goud
steeg echter zodanig dat men de munten vast
hield. De muntslag van de gouden rijder werd
daarom bij besluit van de Staten-Generaal in
1749 gewijzigd en erkend als standmunt met
een waarde van veertien gulden erop vermeld.
De dukaat is in de muntwet tot op de dag van
vandaag gehandhaafd. De aanmunting van
gouden dukaten geschiedt op aanvraag. De
muntmeester is hiertoe echter niet verplicht
wanneer minder dan 100 kilogram goud wordt
aangeboden. Van deze dukaten, die een zeer
hoog goudgehalte hebben, komt de aandui
ding dukatengoud als men een goudgehalte
van 980/1000 bedoeld.
De dukaat, zoals die bij de muntwet van 1816
werd vastgelegd en bij volgende wetten ge
handhaafd is, heeft aan de voorzijde een ge
harnaste man, geplaatst tussen de letters die
het jaartal aangeven, en het randschrift: CON-
CORDIA RES PARVAE CRESCUNT. Verta
ling: Door eendracht groeien kleine zaken,
of vrijer: Eendracht maakt macht. Op de keer
zijde binnen het gewoon vierkant staan de
letters: MO.AUR.REG.BELG1I AD LEGEM IM-
PERII. Vertaling: Gouden munt van het Ko
ninkrijk der Nederlanden volgens de wet van
het Keizerrijk.
De dukaat uit de tijd van de Verenigde Pro-