Reclamebudgetten De reclame in al haar verschijningsvormen is onverbrekelijk verbonden met het moderne maatschappelijke bestel. Het is daarom des te verwonderlijker, dat velen toch nog van me ning zijn, dat de reclame wel bruikbaar maar niet noodzakelijk is voor een bedrijf. Deze opvatting berust waarschijnlijk op de wat naïeve veronderstelling, dat de reclame te vergelijken is met een machine, die naar be hoeven in- en uitgeschakeld kan worden. Daarbij denkt men dan bij het horen van het woord reclame meestal aan de zichtbare re clame-uitingen als daar zijn de advertenties en de folders. Iedere onderneming die op de markt komt, bedrijft echter in enigerlei vorm reclame. Ook de onderneming die op haar verpakkingsmateriaal laat drukken 'wij maken geen reclame'. Dat in tijden van hoogconjunc tuur verschillende ondernemingen een zeke re terughoudendheid voor reclame aan de dag leggen is een andere fout. Geen onder neming kan zich blijvend zonder meer op haar aanzien en goede naam beroepen. Juist bij een hoogconjunctuur bestaat het gevaar, dat nieu we concurrenten op de markt komen. Laat in zo'n geval een oude gevestigde firma de re clame achterwege, dan maakt zij het de nieu weling wel erg gemakkelijk haar het gras voor de voeten weg te maaien. Als het bedrijf besloten heeft reclame te gaan maken moet het zich allereerst afvragen: wat willen wij met onze reclame in een bepaalde periode of op lange termijn bereiken? Men moet zich dus een doel stellen. Pas dan kan het daarmee gemoeide kostenbedrag bepaald worden. Voor de grootte van een reclame budget kan dan ook geen algemeen geldende regel worden gegeven. Vanzelfsprekend moet daarbij rekening gehouden worden met de financiële draagkracht van de onderneming. Dat dientengevolge het doel eerst na enkele jaren bereikt zal worden is de onontkoombare consequentie. Overigens zal men zich moeten realiseren dat bijvoorbeeld het inburgeren van een naam of merk altijd een kwestie is van jaren. De slagzin 'Boerenleenbank spaar bank voor iedereen' wordt reeds jaren ge voerd en eerst nu begint het besef te rijpen dat de boerenleenbank dus niet alleen voor de agrariër is. Al zullen wij de laatste zijn om te beweren, dat dit rijpend besef uitsluitend aan de gevoerde reclame is te danken. Wat geldt voor een bedrijf in het algemeen, geldt uiteraard ook voor onze boerenleenban ken. Ook zij dienen volgens een plan te werk te gaan. Ook onze boerenleenbanken zullen een doel voor ogen moeten houden en zich, wellicht tot hun spijt, op sommige punten moe ten beperken. Thans wordt nog vaak het sys teem gevolgd, dat men zich in het nieuwe jaar - na het gereedkomen van de jaarstukken - eens flink op de reclame werpt. Tegen het 2105

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 11