bedrijf hebben en vaak nauw gebonden aan
of voortgekomen uit het gemengde bedrijf,
dat wij in Nederland maar node vaarwel kun
nen zeggen.
Wij kennen ook het vraagstuk van de verticale
integratie. Het komt aan de dag in de pluim
veesector (eieren en slachtkuikens) en in de
kalverenmesterij. Van ouds is in Nederland
de landbouwcoöperatie goed ontwikkeld en
het spreekt vanzelf, dat de coöperatie in de
verticale integratie haar plaats tracht in te ne
men. Er ontwikkelt zich een samenwerking
tussen de coöperatieve veevoederindustrie
en de coöperatieve pluimveeslachterijen. Het
slachtpluimveebedrijf in Nederland krijgt de
steun van een goedwerkende coöperatieve
verticale integratie. Men moet er echter wel
rekening mee houden, dat in deze integratie
alleen de gespecialiseerde mesters van be
hoorlijke omvang een plaats kunnen hebben.
Dat is in nog meerdere mate het geval in de
integratieketen, die de particuliere industrie
opbouwt.
In de laatste tijd komt er in ons land een
groeiend verlangen aan de dag naar een
snelle verdere ontplooiing van de coöperatie
ter versterking van de marktpositie van de
agrarische producenten. Men is ongeduldig
en onderschat vaak de moeilijkheden. Dat
neemt niet weg, dat de coöperaties zeer be
langrijk werk doen. Zij zijn het kanaal waar
door het boerenbedrijf de invloed van de
markt ondergaat. Zij kunnen het middel vor
men, om die markt in al zijn geledingen te
kennen en om uiteindelijk de ontwikkeling van
de boerderij in de juiste richting te leiden.
De coöperaties moeten goed op de ontwikke
lingsmogelijkheden letten en ze zien te be
nutten, waar nodig door samenwerking van de
onderscheidene sectoren.
Evenals elders kennen wij ook in ons land het
probleem van het achterblijven van het agra
risch inkomen. De oorzaken daarvan zijn wel
duidelijk. De kostenstijging, die onder invloed
van de industrialisatie plaats vindt, gaat snel
ler dan het aanpassingsproces. De structuur
verbetering verloopt uit den aard der zaak
niet in een stormachtig tempo. De verbete
ring van de arbeidsproduktiviteit die de aan
passing moet brengen gaat meestal gepaard
met een verhoging van de produktie, zo niet
hier, dan elders en leidt ertoe dat de toch al
zwakke marktpositie van vele agrarische pro-
dukten nog verder aangetast wordt.
De boer kan zich op eigen kracht niet door
die moeilijkheden heen slaan. Hij behoeft
daartoe de hulp van een markt- en prijsbe
leid, dat als regel de overheid zal moeten
brengen en dat niet altijd tot een bevredigend
resultaat leidt.
De structuurverbetering is in Nederland zeer
belangrijk. Vooral in de streken van de ge
mengde zandbedrijven staat nog veel op het
programma. Nauw verbonden met de struc
tuurverbetering is het vraagstuk van de mo
dernisering der bedrijfsgebouwen, waarvoor
de oplossing nog niet gevonden is. Men aar
zelt, omdat men er niet zeker van is, hoe de
structuur er over tien of twintig jaar zal uit
zien.
Onze situatie wordt gekenmerkt door een
sterk groeiende bevolking, een snelle indus
trialisatie, verlies aan landbouwgrond op de
ene plaats, nieuwe inpolderingen elders, een
groot structuursverbeteringsprogramma in het
bijzonder voor de zandgebieden, een inten
sieve en uitgebreide melkveehouderij die te
2065