van de opschorting van de levering van con-
sumptiemelk aan de grote bevolkingscentra.
Deze houding van de Franse regering vindt
haar verklaring in verschillende factoren. Eén
ervan is dat een verhoging van de melkprijs
het evenwicht tussen de verschillende belang
rijke agrarische produkten zou verstoren. De
regering wil de rundvleesproduktie stimule
ren; zou zij de melkprijs verhogen dan zou
zij de oriëntatieprijs voor rundvlees ook moe
ten verhogen. En dat past haar niet vanwege
de bestrijding van inflatie, vanwege haar doel
stelling om Frankrijk te maken tot een belang
rijk exportland van slachtvee en rundvlees,
vanwege haar tactiek in de EEG om lagere
landbouwprijzen te krijgen dan die Duitsland
nu heeft, enzovoort.
De Franse regering heeft dan ook ten opzich
te van de melkveehouders gesteld dat een
verhoging van de Franse richtprijs voor melk
slechts mogelijk zal zijn binnen het kader van
EEG-beslissingen betreffende de gemeen
schappelijke prijzen van de belangrijke pro
dukten: tarwe, voergranen, melk, rundvlees en
suiker. De Europese Commissie houdt nog
steeds vast aan de prioriteit van beslissingen
ten aanzien van de gemeenschappelijke
graanprijzen. Het ziet er echter naar uit dat
de EEG binnen afzienbare tijd slechts tot be
sluiten over de graanprijzen zal kunnen ko
men als tegelijkertijd ook beslissingen worden
genomen omtrent de eenmaking van de prij
zen voor andere produkten.
De actie van de Franse boeren om voorlopig
geen consumptiemelk aan de steden te leve
ren heeft geleid tot solidariteitsverklaringen
van boerenorganisaties in de andere EEG-
landen. Daartegenover oefende de Franse re
gering druk uit op andere regeringen, men
denke slechts aan de tactiek van minister
Pisani, die zijn collega Biesheuvel trachtte te
dwingen door de aardappelen in de ijskast te
zetten. Onder die druk heeft het Produktschap
voor Zuivel de mogelijkheid van de uitvoer
van melk naar Frankrijk tot 75.000 kilogram
per dag geopend. Materieel betekent dit wei
nig; deze 75 ton betekent een druppel op een
gloeiende plaat.
De Nederlandse centrale landbouworganisa
ties hebben gemaand tot uiterste voorzichtig
heid ten aanzien van melkexport naar Frank
rijk. Wij zijn van mening dat zij moeilijk ver
der konden gaan. De Franse boerenactie is
gestart zonder enig voorafgaand overleg met
de landbouworganisaties in andere landen.
De Franse producentenactie leidt tot een sterk
verminderd verbruik van consumptiemelk èn
tot een grotere produktie van boter en kaas.
Zal Nederland deze meerproduktie aan Franse
zuivelprodukten straks niet in Frankrijk zelf of
elders, bijvoorbeeld op de Duitse markt, ont
moeten?
Verder gaan we op dit probleem, dat allerlei
kanten heeft, hier niet in. We concluderen
slechts dat hetgeen in één EEG-land geschiedt
door de gewijzigde verhoudingen allerlei ge-
2090