Borgstellingsfonds voor de Landbouw Een bedrijf dat leeft, bouwt aan zijn toekomst en om te bouwen is er geld nodig. Deze zin uit de inleiding van het jaarverslag van de Stichting Borgstellingsfonds voor de Land bouw geeft tegelijk nog eens de betekenis van dit Fonds voor de Nederlandse landbouw aan. Voorzover het benodigde geld moet wor den geleend, zijn onderpanden nodig en ais deze niet kunnen worden opgebracht, kan daartoe immers een beroep op het Borgstel lingsfonds worden gedaan. En dat de behoefte aan medewerking van het Fonds nog alleszins aanwezig is, blijkt wel uit de cijfers die het Borgstellingsfonds in zijn rijk geïllustreerde uitgave, ter gelegenheid van haar 12y2-jarig bestaan, heeft gepubliceerd. Hierin valt onder meer te lezen, dat het Fonds sedert 1951 door het verstrekken van 20.000 garanties, waarmee een bedrag van f 200 miljoen was gemoeid, de financiering van agrarische in vesteringen tot een waarde van f 400 miljoen heeft mogelijk gemaakt. Gezien tegen de, in deze publikatie geschetste, achtergrond van de structurele aanpassing kan men dan ook 2080 constateren dat het Borgstellingsfonds aan de heroriëntatie van de vakbekwame Neder landse landbouwers in belangrijke mate daad werkelijk heeft meegewerkt. Genoemde jubileum-uitgave verdient ten vol le de aandacht. In deze aantrekkelijke uitgave vindt men niet alleen een landbouw-economi- sche beschouwing, maar er wordt ook uitvoe rig ingegaan op de achtergrond, de betekenis, de werkwijze en de tot eind 1963 bereikte resultaten van het Fonds en van de Waar- borginstituten. Temeer omdat de kennis van deze facetten van het Fonds vaak onvoldoen de bij de belanghebbenden aanwezig blijkt te zijn, verdient het lezen van deze publikatie alleszins aanbeveling. En dat het Fonds erin is geslaagd zijn taak op een wijze te vervullen die bewondering afdwingt, is een conclusie die iedereen na het lezen van de jubileum uitgave zal trekken. Moet dus de waarde van het Fonds niet wor den onderschat, het ziet er toch naar uit dat het aantal aanvragen om een kredietgarantie aan het afnemen is. Dit blijkt uit het jaarver slag 1963. In 1960 werden nog 3.500 aanvra gen behandeld, maar dit aantal is geleidelijk teruggelopen tot 2.520 in 1963. Bezien wij ech ter het bedrag van de verleende borgstellin gen, dan constateren wij daarin een voort gaande stijging. Was dit in 1982 nog ruim f 25 miljoen, in 1963 liep het op tot f 37,5 mil joen. De afneming van het aantal aanvragen ver klaart het bestuur van het Fonds voor een aanmerkelijk deel uit de kredietverruiming, die de landbouwkredietinstellingen hebben gecreëerd. Hoezeer het bestuur deze ontwik-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 22