kunnen worden vrijgemaakt ten behoeve van
het internationale ruilverkeer. Men heeft in
internationaal verband weieens getracht dit
hamsteren tegen te gaan of teniet te doen,
maar de pogingen in die richting zijn op een
mislukking uitgelopen.
Over het bezit van goud in Nederland heeft
de Nederlandsche Bank voorschriften gege
ven. Het Deviezenbesluit 1945 geeft in hoofd
stuk II voorschriften over onder andere het
beschikken over goud en edele metalen. De
begripsomschrijving van 'goud' luidt volgens
deze voorschriften: gouden munten, fijn goud
en alliages van goud, onbewerkt of halffabri
kaat. Onder de omschrijving 'beschikken'
wordt mede verstaan, het verrichten van een
handeling waardoor de eigen aard van goud
of edele metalen, geheel of gedeeltelijk ver
loren gaat. Voor het beschikken over goud
en edele metalen is een vergunning van de
Nederlandsche Bank vereist.
De in- en uitvoer van goud en edele metalen
is zonder vergunning verboden. Eveneens is
zonder vergunning verboden de in- en uitvoer
van goud of edele metalen in gebroken staat,
alsmede van geheel of gedeeltelijk uit goud
of edel metaal gemaakte voorwerpen of half
fabrikaten, die in de regel niet uit deze meta
len worden vervaardigd. Deze laatste aandui
ding houdt in dat sieraden die normaliter uit
goud of een ander edel metaal worden ver
vaardigd niet onder de bepaling vallen. On
der edele metalen worden verstaan: zilver,
platina en platina metalen, in onbewerkte toe
stand of als halffabrikaat.
Een ander artikel in dit deviezenbesluit zegt
dat de Nederlandsche Bank, met machtiging
van de betrokken ministers, onder bepaalde
voorwaarden goud en edele metalen recht
streeks of door tussenkomst van een devie-
zenbank bij zich kan laten aanbieden en op
verlangen kan laten overdragen. Het betreft
hier goud en edele metalen op een bepaald
tijdstip aan de houder in eigendom toebeho
rend of nadien anders dan op grond van een
vergunning verkregen. Dit artikel houdt een
noodgreep in om als het eens heel scheef
zou gaan lopen in onze betalingsbalans, het
goud en ander edel metaal in handen van par
ticulieren te kunnen vorderen.
Van goud of ander edel metaal gemaakte sie
raden vallen niet onder deze bepaling, omdat
zij onder de rubriek goederen gerangschikt
worden, ook sieraden die van munten ge
maakt zijn, wij denken hier vooral aan gouden
tientjes en vijfjes. Verwerking tot sieraden
van wat onder het begrip goud verstaan wordt
is zonder vergunning van de Nederlandsche
Bank verboden, omdat door deze verwerking,
dit 'beschikken', de eigen aard van het goud
verloren gaat. Van een gouden vijfje of gou
den tientje een sieraad maken is dus zonder
vergunning verboden. Men ziet dan ook dat
de gouden munten als geheel onbeschadigd
gevat zijn in het sieraad, ook al om de munt
haar curiositeitswaarde te laten behouden.
Er is een algemene vergunning van de Neder
landsche Bank (SL 18), die aan ondernemers
in de zin van de Waarborgwet 1950 de bewer
king, verwerking of vervaardiging van goud
toestaat, voorzover dat goud afkomstig is van
versmolten of op andere wijze verwerkte oude
gouden werken, het zogenaamde oud goud.
De aanduiding munten zult U hier niet tegen
komen.
Het bezit aan goud in de vorm van gouden
munten vanwege hun curiositeit, hun numis-
matieke waarde is toegestaan. Hierop en op
2078