De financiering van
agrarische bedrijven
in Nederland
MR. PH. C. M. VAN CAMPEN
De in de landbouw algemeen gebruikelijke
ondernemingsvorm wordt gekenmerkt door de
omstandigheid, dat de functies van onderne
mer en verschaffer van het benodigd risico
dragend vermogen - in veel gevallen boven
dien van arbeidskracht - in één persoon ver
enigd zijn. De steeds stijgende kapitaalsbe
hoefte stelt steeds hogere eisen aan de kwa
liteit van het ondernemersschap. Parallel hier
mede dient in toenemende mate ook ten aan
zien van de financiering aan zekere voorwaar
den te zijn voldaan. Met het oog op de finan
ciering van het bedrijf dient te worden gelet
op de nauwe samenhang tussen de rentabili
teit van het bedrijf, het bestaande risicodra
gend vermogen en de mogelijkheid tot ver
sterking daarvan in de toekomst.
Financiering met leningen wordt in de Neder
landse verhoudingen voor de agrarische on
dernemer aanvaardbaar geacht, indien naar
redelijke verwachting de rentabiliteit van zijn
bedrijf zodanig is, dat de aan de lening ver
bonden verplichtingen van rente en aflossing
regelmatig kunnen worden voldaan en dat
2068
bovendien, bij redelijke onttrekkingen ten be
hoeve van het gezin, een groei van het risico
dragend vermogen mogelijk is.
In verband met de beoordeling van de renta
biliteit zal in de Nederlandse verhoudingen
rekening dienen te worden gehouden met een
tweetal aspecten van het afschrijvingsbeleid.
Vooreerst zal men door de voortgaande diep
te-investeringen meer moeten oppassen voor
technische en economische veroudering. An
derzijds zal de produktie-capaciteit door deze
investeringen steeds minder elastisch worden.
Deze aspecten dwingen in de Nederlandse
verhoudingen tot een snellere afschrijving op
de produktie-middelen dan tot nu toe gebrui
kelijk is. Wij beschouwen het als redelijk en
noodzakelijk, dat hiermee bij de toepassing
van de belastingwetten ten volle rekening
wordt gehouden. Dit geschiedt nog steeds in
onvoldoende mate.
De basis voor de financiering van iedere on
derneming en dus ook van het agrarisch be
drijf is gelegen in een voldoende risicodra
gend vermogen. Dit is voor het Nederlandse
landbouwkredietwezen het uitgangspunt bij
de bepaling van zijn financieringstechniek. In
verband met de noodzaak van een verdere
kapitaal-intensivering in de landbouw zal het
risicodragend vermogen in de onderneming
geleidelijk moeten groeien. Voor de verwe
zenlijking van deze vermogensvorming is
naast een gunstige rentabiliteit ook een gun
stig fiscaal klimaat nodig.
In de herziening van de belastingwetgeving,
die zowel in ons land als in EEG-verband
noodzakelijk is, zal daarom naar onze me
ning ruime aandacht dienen te worden ge
schonken aan de vraag op welke wijze fiscale
regelingen de noodzakelijke structurele aan-