er ook op dit gebied een nieuwe ontwikkeling
is waar te nemen: een tweevoudige ontwik
keling, waardoor de internationalisatie ener
zijds wordt uitgebreid en anderzijds een nieuw
aspect verkrijgt. Een uitbreiding van de inter
nationalisatie is gaande in deze zin, dat meer
en meer ook de middelgrote en zelfs de klei
ne banken aandacht gaan besteden aan inter
nationale contacten. Dit betekent dat er prak
tisch geen banken meer zijn, hoe klein ook,
die geen internationale contacten hebben, het
zij rechtstreeks of door middel van belangen-
combinaties of verenigingen. Een nieuw as
pect verkrijgt de internationalisatie doordat
zij niet meer alleen betrekking heeft op recht
streeks zakendoen, maar ook het terrein van
de uitwisseling van informatie betreedt en
daaraan vorm geeft op min of meer systema
tische manier.
Deze ontwikkeling doet zich ook voor onder
de Westeuropese financiële instellingen, die
zich gespecialiseerd hebben op het gebied
van het krediet aan de landbouw. Deze land
bouwkredietinstellingen bestaan in alle landen
van West-Europa. Zij zijn in hun respectieve
landen op verschillende wijzen georganiseerd.
Een gemeenschappelijk kenmerk ligt onder
meer in de geringe omvang van hun kleinste
eenheden. Dit hangt samen met de vrij grote
mate van zelfstandigheid van de plaatselijke
kantoren. Zij hebben zich dan ook al in een
vroeg stadium van hun ontwikkeling genoopt
gezien om centrale banken in hun eigen kring
op te richten, die de noodzakelijke eenheid en
financiële kracht konden verwezenlijken. Op
die wijze hebben zij al spoedig hun positie
Bestuurstafel CICA-Congres
verstevigd en hebben zij bereikt dat het fi
nanciële beleid in de verschillende streken
van eenzelfde land tot op zekere hoogte is
geüniformeerd.
Na de Tweede Wereldoorlog hebben deze
banken een grote vlucht genomen. Zij be
perken zich niet langer voorzover zij dat al
ooit gedaan hadden tot de financiering van
de landbouw. Hun terrein bestrijkt elk on
derdeel van het algemene bankwezen. In dit
algemene kader blijven zij zich echter in het
bijzonder richten tot de kleine cliënt, de boer,
de kleine handelaar of industrieel en ook bij
voorbeeld tot degenen die de bouw of de
aankoop van een woonhuis wensen te finan
cieren. Door de groei van de welvaart sedert
het einde van de oorlog heeft ook de kleine
man meer behoefte aan een bankrelatie ge
kregen. De landbouwkredietinstellingen heb
ben daarvan geprofiteerd door een talrijke
cliëntenkring tot zich te trekken. Daarmee ging
een uitbreiding van het middelenreservoir ge
paard, die de landelijke centrales heeft doen
groeien tot instellingen van een omvang,
welke vergelijkbaar is met die van de grote
handelsbanken in West-Europa.
Deze groei in omvang heeft tevens de behoef
te aan internationaal contact doen groeien.
Het zakelijke contact is als het ware onge
merkt intenser geworden door de toeneming
in aantal en omvang van de internationale
transacties, die door de landbouwkredietin
stellingen gefinancierd worden. Het betreft
hier voornamelijk transacties in produkten van
agrarische herkomst en in grondstoffen en
materialen ten behoeve van de landbouw.
Daarnaast zijn de contacten in het kader van
de Internationale Vereniging van het Land
bouwkrediet (Confédération Internationale du
2033