Koerstabel 81 Va 9772 10-7-1964 4-9-1964 sO co Nederland 1947 803/4 (4,98%) 823/8 (4,85%) 31/4% Nederland 1954 813/e (5,29%) (5,28%) 41/4% Nederland 1963 II 893/4 (5,36%) 901/2 (5,28%) 574% Nederland 1964 99 (5,35%) 997/8 (5,27%) 3%% Nederland 1953 86V4 (5,30%) 86 (5,33%) 4 Nederland 1961 90 (5,32%) 90 (5,26%) co Nederland 1956 865/16 (5,30%) 831/3 (5,33%) 41/2% Nederland 1960 I 94 (5,31%) 94 (5,31%) 4%% Nederland 1959 92 (5,34%) 913/4 (5,37%) 3 Ned. Grootboek 1946 3413/i6 (5,38%) 857/a (5,19%) 41/2% Nederland 1964 (10 j.) 961/2 (5,31%) (5,07%) 3 Investeringscert. 953/4 (5,40%) 96% 6 (5,00%) Voor particulieren bieden deze lage koersen overigens het niet oninteressante aspect, dat bij uitloting of aflossing een belangrijk belas tingvrij agio kan worden geïncasseerd. Ook op de pandbrieven is de klap hard aan gekomen, hetgeen mede verband houdt met de lange (veertig-jarige) looptijd der stukken. Aandelenmarkt Ook voor de aandelenmarkt zijn de gevolgen niet uitgebleven. De 'internationals', in het bijzonder de Koninklijke Olies, hebben het er nog het beste afgebracht. Dit is uiteraard het gevolg van het feit, dat deze fondsen tevens in New York worden verhandeld, waar de Nederlandse geldschaarste geen rol speelt. Diverse industriële aandelen moesten het ech ter ontgelden. Was men tot voor kort ge neigd grotere waarde te hechten aan de groei kansen dan aan de rentabiliteit, thans zullen vele particuliere beleggers de hoge rente stand prefereren boven een in de verdere toe komst gelegen koerswinst. En duidelijk is dat door de eerste verkopen de dalende tendentie van de aandelenkoersen als een sneeuwbal kan werken. Deze ontwikkeling zal echter zeker niet van blijvende duur zijn. Als een maal de geldschaarste wat zal zijn verminderd, zal het vertrouwen op de aandelenmarkt wel weer terugkeren. 2051

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 25