gen bij de landbouw en het landbouwbeleid
te zoeken, terwijl de oorzaak ligt in het geste
gen loonpeil, waardoor de marge tussen pro
ducenten- en verbruikersprijzen groter wordt.
Een tweede oorzaak ligt niet zelden ook bij
de consumenten zelf, die in toenemende mate
de voorkeur geven aan bepaalde betere kwa
liteiten. Dit laatste is met name het geval met
betrekking tot vlees: als de vraag naar be
paalde soorten vlees, bijvoorbeeld mager
vlees, steeds toeneemt en die naar andere
soorten daalt, kan het niet anders dan dat de
prijzen van de eerste groep stijgen.
Illustratief is ook dat de prijzen van vele agra
rische produkten in de laatste jaren zeer grote
schommelingen vertonen. Dit geldt onder meer
voor groenten en fruit, eieren, varkens-, rund
vlees en aardappelen. Het is duidelijk dat deze
prijsfluctuaties niet, althans voor het overgrote
deel niet veroorzaakt zijn door de EEG, maar
vooral door een relatieve schaarste of over
vloed. Voor een deel van deze produkten gel
den zelfs nog geen EEG-regelingen.
Dit alles houdt geenszins in dat het landbouw
beleid in de EEG als het ware neutraal is ten
aanzien van het niveau van de verbruikersprij
zen. De huidige regelingen en de beslissingen,
welke in de komende jaren omtrent het ge
meenschappelijke prijspeil zullen worden ge
troffen, hebben automatisch gunstige of min
der gunstige gevolgen voor de verbruikers
evenals voor de producenten. Voor bepaalde
produkten zal de positie van de Nederlandse
consumenten minder gunstig worden zonder
dat dit betekent dat de positie van de Neder
landse boeren verbeterd wordt. In het kader
van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
zal Nederland bepaalde nationale regelingen
moeten opgeven, welke tot nog toe bijzonder
aantrekkelijk waren voor de consumenten.
Ook al zouden de telersprijzen voor tarwe ge
lijk blijven, zal de broodprijs in ons land om
hoog gaan; wij moeten voor tarwe, evenals
voor de voergranen, invoerheffingen hanteren
en de consumenten-subsidie geleidelijk afbre
ken. Een dergelijke ontwikkeling zal zich ook
voordoen voor diverse zuivelprodukten, zoals
boter en kaas. Nederland moet de toeslag op
industriemelk in een aantal jaren afbreken en
tegelijkertijd de marktprijzen en daarmee de
consumenten-prijzen verhogen. Zo zal voorts
de prijs van rijst in Nederland omhoog gaan
omdat voor rijst, een produkt dat Nederland
zelf niet produceert, een gemeenschappelijk
prijsbeleid wordt ingevoerd.
Bij dit alles mag ook van consumenten-zijde
niet uit het oog worden verloren dat de inko
mens van nagenoeg alle niet-agrarische be
volkingsgroepen aanzienlijk gestegen zijn en
dat daardoor ook de kosten voor de agrarische
bedrijven toenemen en de gerechtvaardigde
verlangens van de boeren en tuinders ten aan
zien van inkomen en levensstandaard groeien.
Groot aanbod van varkens verwacht
De vakantiemaand augustus nadert, waarin in
Brussel rust heerst. Ook op agrarisch terrein
worden er geen beslissingen genomen. Tevo
ren zullen de heffingen op de dierlijke verede-
lingsprodukten, geldend voor het handelsver
keer tussen de lid-staten, nog moeten worden
aangepast aan de graanprijzen oogst-1964.
Het ziet er naar uit dat deze aanpassing op
een zodanig tijdstip zal plaatsvinden, dat per
1 augustus (één maand te laat) de nieuwe
heffingen kunnen worden toegepast. De Mi
nisterraad van de EEG zal zich ook nog bezig
2021