Landbouw-economisch nieuws Consumenten-belangen In verschillende, zo niet alle EEG-landen wordt - met name door organisaties van con sumenten - gesteld dat de verbruikers geen voordelen van de EEG genieten omdat de prijzen van talloze produkten in de laatste ja ren gestegen zijn. Vaak wordt hierbij betoogd dat met name bij agrarische produkten de prijsstijgingen het gevolg zijn van EEG-be- slissingen, waarbij alleen maar op de belangen van de producenten zou zijn gelet. Nu is er niets moeilijker dan aan te geven hoe de ontwikkeling van de prijzen van agrarische produkten zou zijn geweest, indien er geen EEG zou zijn geweest. In geen geval is het verantwoord alle prijsstijgingen die zich na 1958 voordelen toe te schrijven aan de EEG, evenmin als prijsverlagingen zonder meer aan de EEG toe te rekenen zijn. Ook wanneer er geen EEG zou zijn geweest of in de EEG geen enkele beslissing op agrarisch terrein zou zijn genomen, zouden allerlei factoren in vloed hebben uitgeoefend op de prijzen van agrarische produkten, zoals de situatie op de 2020 wereldmarkten, de weersomstandigheden, be slissingen van de nationale regeringen, uit breiding of inkrimping van produktie, verschui vingen in de vraag, veranderingen in de ver werking en afzet enzovoort. De Europese Commissie heeft het nodig en nuttig geacht op uitvoerige en zeer gedocu menteerde wijze stelling te nemen tegen de bewering dat de consumenten geen profijt, maar alleen nadelen uit de totstandkoming van de gemeenschappelijke markt hebben verkre gen. Zij deed dit in Landbouwbulletin no. 19, dat uitsluitend aan dit onderwerp is gewijd. In dit bulletin wordt naar voren gebracht dat het handelsverkeer ook in agrarische produk ten is verruimd en de consumenten een veel grotere keus hebben gekregen. De invloed van de EEG-regelingen op de prijzen van voedingsmiddelen is gemiddeld buitengewoon gering geweest, vooral omdat uitgegaan is van de in de verschillende landen bestaande prij zen en omdat er van prijstoenadering, het ge meenschappelijk maken van de prijzen, nog amper iets terecht gekomen is. 'Over het ge heel genomen', zo wordt gesteld, 'is het zelfs zo dat in de laatste drie jaar het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud in de EEG voor de industriële produkten en voor diensten sterker is gestegen dan voor voe dingsmiddelen'. Kosten van handel en verwerking Dikwijls wordt uit het oog verloren, dat de kosten tussen boerderij en winkel een duide lijk stijgende lijn vertonen, zodat de prijzen van vele voedingsprodukten voor de consu menten hoger worden hoewel de producenten prijzen dezelfde zijn gebleven. De verbruikers zijn dan geneigd de schuld van de prijsstijgin-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 42