dingsdrang, welke weer een gevolg was van de loonexplosie. De opgelegde sanctie om - voorzover de kre dietnormen werden overschreden - bij de Ne- derlandsche Bank een renteloos deposito te storten werd door de discontoverhoging voor de banken nog verzwaard. Daarnaast zouden echter ook de kredietnemers directe nadelige gevolgen hiervan ondervinden, doordat de debetrentetarieven meestal gekoppeld zijn aan het promessendisconto (thans 5%). Hierdoor zou een deel van de kredietvraag zich op de kapitaalmarkt gaan richten. Door deze verschuiving naar de kapitaalmarkt moest de rente ook daar een stijgende tendens gaan vertonen. Zo zou het mes dus aan alle kanten snijden: de totale kredietvraag zou hierdoor moeten worden beïnvloed in de door de regering gewenste richting. Dat de regering dit effect op de kapitaalmarkt beoogde blijkt ook uit de aankondiging van de nieuwe staatslening. Op 16 juli stond de in schrijving open op een 5%% lening, groot f 200 miljoen, tegen een koers van 99%. Het effectieve rendement op deze obligaties beliep bij inschrijving 5,36%. Hoewel het saldo van de schatkist de laatste weken sterk was teruggelopen kon deze uit gifte tot een betrekkelijk laag bedrag moeilijk gezien worden als voortgekomen uit een plot selinge geldbehoefte van de staat. Het ging de minister veeleer om een sterke vingerwij zing in de richting waarheen de rente zich diende te bewegen. Voorts zouden de midde len van de kapitaalmarkt hierdoor afgeroomd worden. 2019

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 41