worden. Ook in de detailhandel en het am
bacht vindt de vijfdaagse werkweek voor het
personeel meer en meer ingang.
Een aspect, dat van veel belang is voor de
ontwikkelingen in de detailhandel, is gelegen
in het verloop van het aantal vestigingen van
de kleine en middelgrote bedrijven in 1963.
Het aantal ondernemingen met één vestiging
is met 2% gedaald. Dezelfde procentuele da
ling deed zich voor bij het aantal verkoopplaat
sen van grootwinkelbedrijven.Toch lijkt de con
currentie van het grootwinkelbedrijfte zijn toe
genomen. De omzetstijging is in deze bedrij
ven grotergeweest dan in de andere detailhan
delszaken. Door aantrekkelijke reclamecam
pagnes en nauwere samenwerking in sommige
branches tracht het kleinbedrijf zijn positie te
handhaven. Hierin zal men in grotere mate
slagen als de aanwezige tendens tot bedrijfs-
vergroting verder gaat. Wij zien immers dat de
minimaal gewenste omzet, nodig om een ren
dabel bedrijf te verkrijgen, regelmatig hoger
wordt. Deze opschuiving is niet alleen een
Nederlands maar ook een Westeuropees ver
schijnsel. Het gevolg is, dat de afvallende be
drijven gewoonlijk vrij klein zijn. Tegelijkertijd
ziet men dat een aantal middenstandsbedrij-
ven uitgroeien tot middelgrote of zelfs grote
bedrijven.
Over de ontwikkelingen in het ambacht is het
jaarverslag nogal vaag. Gebrek aan voldoende
statistisch materiaal, de grote verschillen bin
nen het ambacht en de nogal schommelende
omzetten veroorzaken kennelijk moeilijkhe
den, die een juiste beoordeling van deze sec
tor in de weg staan.
De boven bedoelde daling van het aantal ver
koopplaatsen doet zich voornamelijk voor in
de levensmiddelenhandel. Van ongeveer de
helft van het aantal opheffingen is de reden
bekend. Het Centraal Registratiekantoor De
tailhandel-Ambacht vermeldt voor 1963 de vol
gende redenen, waarom een middenstander
tot opheffing van zijn zaak overging:
ouderdom 34%
overlijden 12%
overgang in loondienst 22%
faillissement 2%
overige 30%
100%
Onder de overige redenen, waarvan een na
dere rubricering op korte termijn niet mogelijk
was, zijn vrij veel gevallen, waarin het Kantoor
een opheffing om administratieve reden re
gistreerde, omdat de betrokken ondernemer
zijn activiteiten voortzette in een branche, die
buiten de registratie van het kantoor valt (bij
voorbeeld de horeca-sector), dan wel een
fusie aanging met een bedrijfsgenoot. De res
terende gevallen, die onder de overige rede
nen zijn gerubriceerd, betreffen ondernemers,
die hun bedrijf ophieven, onder meer wegens
onvoldoende rentabiliteit, onteigening, of sa
nering van een melkwijk.
2009