De computer
is gearriveerd
Reeds in 1962 heeft de Centrale Bank een
computer besteld bij de Internationale Be-
drijfsmachine Maatschappij. Deze computer,
van het type IBM 1440, is onlangs gearriveerd.
Volgens de oorspronkelijke levertermijn zou
hij pas in december 1964 geleverd worden,
maar de IBM is erin geslaagd om deze termijn
aanzienlijk te verkorten.
Wij zijn in Nederland gauw geneigd om een
vreemd woord zonder meer over te nemen.
Zo is ook het woord computer, dat letterlijk
niets anders dan rekenaar betekent, in het
Nederlandse spraakgebruik gekomen. In het
Nederlands sprekende deel van België noemt
men het apparaat een 'ordinator', waarin de
lezer ongetwijfeld een Frans woord herkent.
Een computer kan meer dan rekenen. Hij kan
ook lezen en schrijven en getallen vergelijken.
Bovendien heeft hij een feilloos geheugen.
Maar hij is niet in staat om ook maar één
woord op papier te zetten als dat woord hem
niet eerst 'in de mond' gegeven is, dat wil
zeggen bijvoorbeeld door middel van een
ponskaart of een ponsband de machine is bin-
2002
nengevoerd. Ook alle andere werkzaamheden
moeten hem volledig worden voorgekauwd in
de vorm van zogenaamde programma's, waar
mee de machine op die werkzaamheden wordt
afgesteld. In zekere zin kan men de computer
beschouwen als een combinatie van een uit
gebreide rekenmachine en een administratie
machine, met dien verstande dat de te ver
werken gegevens, nadat zij de machine zijn
binnengevoerd, opnieuw worden vastgelegd in
wat men het geheugen noemt. Een zeer be
langrijk verschilpunt blijft dan nog, dat de
computer van begin tot eind elektronisch
werkt, terwijl de conventionele ponskaarten
machines deelmachines zijn, die elk voor zich
een aparte invoer en uitvoer hebben en boven
dien veel meer gebruik maken van mechani
sche voortbeweging. Dat geeft de computer
een veel grotere snelheid.
Begin juni was het zover, dat de computer bij
de Centrale Bank arriveerde. De installatie
nam een week in beslag. Na die week konden
wij beginnen met de computer op verschillen
de klaar liggende programma's te laten wer
ken en aldus die programma's te testen.
Voor de plaatsing van de computer was een
aanzienlijke voorbereiding nodig. De appara
tuur vereist een praktisch constante tempe
ratuur en vochtigheidsgraad. Dit houdt in dat
de computer opgesteld moet worden in een
afzonderlijke ruimte, waarin temperatuur en
vochtigheid van de lucht geheel onder controle
staan. In de bestaande mechanische afdeling
is daarom een ruimte van rond 30 m2 met glas
wanden afgeschermd. Daarin is vervolgens
een installatie voor air-conditioning geplaatst.
Deze voorbereiding betrof nog slechts de
plaats waar de computer gehuisvest moest
worden. Van minstens even veel belang was