tarief niet beneden de 3% geweest. Voor lan gere termijnen moet men nog meer betalen. Alle financiële instellingen zijn bezig, zich op voorhand te dekken tegen de stroom van aan vragen, die, naar zij verwachten, in de tweede helft van het jaar over hen zal komen. De marktrente voor drie-maands schatkistpapier ligt al boven de 4%, het tarief voor kasgeld leningen op drie maanden ligt zelfs al boven de 5%. Dit betreft altijd nog termijnen, waar van het einde binnen het lopende kalenderjaar valt. De ergste verkrapping zal zich echter naar alle waarschijnlijkheid juist op het einde van het jaar voordoen. Voor leningen op lan gere termijn worden daarom nog hogere per centages geboden. Biedingen van 6% en meer voor leningen van één jaar zijn geen uitzon deringen. Nu is de beweging op de geldmarkt gewoonlijk wat heftiger dan op de kapitaalmarkt. Dit hangt samen met de korte termijnen van de trans acties die op de geldmarkt gesloten worden. Daardoor komt het van tijd tot tijd voor dat de rente op de geldmarkt hoger is dan op de kapitaalmarkt, hoewel in normale omstandig heden het omgekeerde het geval is. Een der gelijke wanverhouding tussen de geldmarkt en de kapitaalmarkt is altijd een teken van grote financiële spanningen. Het is duidelijk dat wij ons in een dergelijke periode bevinden. Op de kapitaalmarkt bewoog het rendement van staatsleningen zich tot voor kort op onge veer 5%. Voor hypothecaire leningen kon men terecht tegen tarieven van 5% tot 51/2%. De staatslening heeft daarin verandering ge bracht. Als de staat bereid blijkt te zijn, de beleggers een direct rendement van 5,3% te verschaffen, hetgeen bij de gegeven voor waarden een rendement van 5,36% op langere termijn inhoudt, dan wordt het renteniveau daarmee als het ware met één slag omhoog geschroefd. Het is immers niet aan te nemen, dat beleggers voor andere, altijd meer riskante beleggingen, met een geringer of zelfs maar met een even hoog rendement genoegen zou den nemen. Men kon dan ook waarnemen, dat hypotheekbanken pandbrieven gingen uitge ven met een rendement van 51/2%, hetgeen be tekent dat de hypotheekrente omstreeks 6% komt te liggen. Wij moeten aannemen, dat de Minister van Financiën met de uitgifte van de staatslening deze ontwikkeling niet alleen heeft voorzien, maar ook beoogd. In de om standigheden van het ogenblik is het finan ciële beleid immers een van de weinige instru menten die de overheid nog zijn overgebleven om een al te grote overspanning van de eco nomie tegen te gaan, een overspanning die blijvende schade zou kunnen berokkenen aan de economische positie van Nederland. Het valt te verwachten, dat de overheid ook in de komende maanden haar beleid in deze richting zal voortzetten, met het doel een verdergaan de overbesteding tenslotte onmogelijk te ma ken bij gebrek aan fiancieringsmiddelen in de particuliere sector. 1992

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 14