Het woord aan de
voorzitter van de
K.N.B.T.B.
In zijn rede voor de Algemene Vergadering
van de K.N.B.T.B. op 11 mei legde de voor
zitter, de heer C. G. A. Mertens, bijzondere
nadruk op de eigen werkzaamheid van de boe
ren en tuinders, zowel individueel als in or-
ganisatieverband, al voegde hij eraan toe,
dat hulp van de overheid onontbeerlijk blijft.
Enkele passages uit de rede nemen wij hier
over.
Knelpunten
De structurele veranderingen zijn voor vele
boeren en tuinders gepaard gegaan met het
ontstaan van bijzondere moeilijkheden ten
aanzien van arbeids- en kapitaalvoorziening.
De snelle en aanzienlijke vermindering van het
aantal personen, in de agrarische sector
werkzaam, heeft op vele bedrijven tot gevolg
gehad, dat de arbeidsvoorziening èn krap èn
kwetsbaar is geworden. U weet het even
goed als ik: op vele bedrijven moeten doe
de exploitant en eventueel ook door zijn
vrouw en/of kinderen vaak zeer lange da
gen worden gemaakt, moet ook op zaterdag-
1958
middag en zondag worden gewerkt, en ont
staat bij ziekte of ongeval het ernstige vraag
stuk, hoe voor de voortgang van de werk
zaamheden kan worden zorggedragen. Naar
mijn mening bestaat een van de beste moge
lijkheden om in deze moeilijkheden (die in de
toekomst nog zullen toenemen) te voor
zien in een georganiseerde samenwerking
met betrekking tot de arbeidsvoorziening tus
sen een aantal boeren, in een plaats of in een
beperkt gebied, zoals momenteel reeds meer en
meer geschiedt via zogenaamde bedrijfsver-
zorgingsdiensten. Tengevolge van allerlei fac
toren is de functie van het kapitaal snel in
betekenis toegenomen; een modern agrarisch
bedrijf vergt omvangrijke investeringen. Met
name door het boerenleenbankwezen zijn in
de recente jaren de mogelijkheden voor de
agrarische bedrijven om kredieten op te ne
men aanmerkelijk uitgebreid en verbeterd.
Desondanks kampen heel wat exploitanten,
waaronder veel beginnende of pas begon
nen boeren en tuinders, tengevolge van aller
lei oorzaken, met ernstige moeilijkheden op
het terrein van de kapitaalvoorziening.
Ik zal op dit ogenblik niet verder ingaan op
dit onderwerp, omdat dit in studie is bij een
daartoe door het bestuur ingestelde werk
groep, waaraan ook wordt medegewerkt door
de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.
Overigens is dit vraagstuk uitvoerig aan de
orde geweest op de algemene vergadering
van de C.C.B. van verleden week, waar is
medegedeeld, dat reeds verschillende maat
regelen door de boerenleenbank zijn getrof
fen ter uitbreiding van de kredietmogelijk
heden. Eveneens werd daar medegedeeld, dat
verschillende suggesties zijn gedaan door de
beide centrale banken van Eindhoven en