te aanvaarden. Voor importerende landen ligt
de situatie immers geheel anders. Die wensen
bescherming tegen invoer uit andere landen
om de inkomenspositie van de eigen boeren
veilig te stellen. Hoe groot voor de EEG de
betekenis van de agrarische import is, blijkt
uit het feit dat deze ongeveer 32 miljard
per jaar beloopt en de laatste jaren met ge
middeld 5-6% toeneemt.
De Europese Commissie, die namens de EEG
in Genève onderhandelt, heeft dit Amerikaan
se verlangen afgewezen, niet alleen omdat te
gemoetkoming weinig commercieel zou zijn,
maar vooral omdat deze toeschietelijkheid
zou indruisen tegen het gemeenschappelijke
landbouwbeleid. Maar de Amerikanen hebben
hun eis met betrekking tot de afzet van agra
rische produkten gekoppeld aan de industri
ële produkten, waarvoor zij zonder inwilliging
van hun verlangen geen tariefsverlagingen
wensen te verlenen. En daarmee komen de
problemen.
Geeft men de Amerikanen hun zin, dan zal de
EEG-produktie procentueel niet sneller mo
gen groeien dan met de procentuele stijging
van het verbruik overeenkomt. Dit betekent
echter dat de overheid tot beheersing van
de produktie moet overgaan, gezien de be
staande en de te verwachten toeneming van
de agrarische produktie in de EEG. Produk-
tiebeheersing zou slechts afdoende kunnen
worden indien prijsverlaging als een der mid
delen gebruikt zou worden. Dan zou de zelf
voorzieningsgraad niet verder stijgen en de
Amerikanen zouden in voldoende mate hun
granen, veevoer, rijst en vlees op de West-
europese markt kunnen afzetten.
De werkelijkheid is in de EEG anders gericht.
De produktie-uitbreiding gaat voort omdat het
richtprijzenstelsel tamelijk hoog ligt. De Euro
pese Commissie meent ook geen produktie-
beperking te hoeven nastreven, omdat er nog
een grote niet-koopkrachtige vraag in de we
reld bestaat.
De Amerikanen vinden het prijsniveau van de
EEG dan ook veel te hoog. Het plan-Mansholt
was voor hen om die reden niet aanvaardbaar.
Het stelsel van variabele heffingen, dat de
EEG tegenover derde landen toepast, verer
gert de situtatie nog. Zij vinden trouwens dat
hun boeren een groter aandeel in de wereld-
afzet zouden moeten krijgen, omdat zij effi
ciënter zouden produceren. Het is nog de
vraag of dat waar is.
Invoerrechten en de rest
Tegenover de Amerikaanse eis van afzetga-
ranties heeft de EEG een ander plan inge
diend. De Gemeenschap stelt voor om de hele
landbouwsteun bij de onderhandelingen te
brengen, dus het totaal van de verschillen
tussen de wereldmarktprijs voor agrarische
produkten en het bedrag dat de boer wordt
uitbetaald. Dit bedrag is gelijk aan de verleen
de steun in welke vorm dan ook, subsidies,
invoerbeperking, invoerrechten etc. De Euro
pese Commissie denkt nu aan de mogelijk
heid om dit totale steunbedrag gedurende een
1964