Oceaan zonder dat supra-nationale bevoegd
heden ontstaan. Wij zien hier een vermen
ging van economische en politieke aspecten.
De landbouw erbij betrokken
Een van de elementen die het ontstaan van
een deelgenootschap kunnen bevorderen is
de handelsuitbreiding. Daartoe heeft het Ame
rikaanse Congress in 1962 door het aanne
men van een wet op de uitbreiding van de
handel zijn president de bevoegdheid ge
geven met Amerika's partners te gaan on
derhandelen over tariefsverlagingen voor in
dustriële en landbouwprodukten. Het betrek
ken van de handel in landbouwprodukten bij
de besprekingen in het kader van de GATT
is een belangrijke gebeurtenis. In het verle
den werden via de GATT wel verschillende
handelsverruimende akkoorden gesloten voor
industriële produkten, maar voor de landbouw
werd vrijwel niets bereikt. Dit komt doordat
de handel in agrarische produkten volgens
een fundamenteel ander partoon verloopt
dan die in de industriële produkten.
De nationale bescherming, die aan de land
bouw op verschillende manieren wordt ver
leend, maakt onderhandelingen tot een kwes
tie waarover onmogelijk kan worden beslist
op grond van louter commerciële spelregels.
De gehele landbouwpolitiek en daarmee een
samenstel van maatregelen tot verzekering
van redelijke inkomens aan de landbouwende
bevolking is hierbij betrokken. Dit gaat ge
paard met een aanzienlijke overheidsbemoei
ing, temeer daar politieke en sociologische
overwegingen een minstens even belangrijke
rol spelen als economische factoren. Als ge
volg hiervan zijn de agrarische vraagstukken
in internationaal verband zeer moeilijk aan te
pakken. Ook bij de ontwikkeling van de EEG
vormt de landbouw steeds een knelpunt van
wege de zeer vergaande gevolgen die ogen
schijnlijk weinig ingrijpende maatregelen mee
brengen.
Dat de landbouw toch wordt betrokken bij
de Kennedy-ronde is een gebeurtenis die op
uitdrukkelijk verlangen van de Verenigde Sta
ten werkelijkheid is geworden. De Amerika
nen hebben er veel belang bij. Ongeveer 25%
van de totale Amerikaanse export bestaat uit
agrarische produkten. De helft van de com
merciële agrarische export gaat naar Euro
pa. De druk die de regering van de kant van
de boeren ondervindt en het feit dat 7% van
het Amerikaanse belastinggeld naar de land
bouw gaat, zijn evenzovele redenen om de af
zet van de Amerikaanse landbouwprodukten op
peil te houden en indien mogelijk te verruimen.
De Amerikanen realiseren zich vermoedelijk
maar ten dele dat daardoor de hele landbouw
politiek aan de orde wordt gesteld. Dit ver
moeden ontstaat als men nagaat wat zij pre
cies wensen. De omvang van hun agrarische
produktie is zo groot dat zij met overschotten
zitten. Zij willen daarmee niet alleen voorzien
in een zo groot mogelijk deel van de import
behoefte aan landbouwprodukten van ande
re landen, maar zij verlangen zelfs afzetga-
ranties. Als basis hiervoor zou de bestaande
omvang van de Amerikaanse export naar
West-Europa dienst moeten doen. Tevens
wensen zij bij stijgende importbehoefte van
deze toeneming een bepaald, gegarandeerd,
aandeel.
Gemeenschappelijk beleid in het geding
Met name voor de EEG is dit Amerikaanse
verlangen, hoe begrijpelijk ook, onmogelijk
1963