1932 vice-werkzaamheden voor een klein aantal boerenleenbanken. Verdere uitbreiding is vooralsnog niet mogelijk, omdat de Centrale Bank niet de beschikking heeft over ruimten waar grotere computers geplaatst zouden kun nen worden. Wij zien de ontwikkeling dan ook zo, dat de proef, die wij zullen gaan nemen, moet leiden tot een uitgebalanceerd systeem, dat terzake van alle boerenleenbanken in wer king zal kunnen treden, zodra de Centrale Bank de beschikking heeft over de nieuwbouw en daardoor in de gelegenheid is een grotere computercapaciteit in gebruikte nemen. De nieuwbouw Sprekende over de nieuwbouw, wil ik niet na laten U enkele mededelingen hieromtrent te doen. Met de bouw is een aanvang gemaakt in no vember 1962; men is toen begonnen met het grondwerk en met de bouw van de kelder en de tussenetage. Middelerwijl waren de volle dige bouwplannen uitgewerkt, zodat in januari van dit jaar de aannemer is kunnen voortgaan met het grote administratiegebouw op de be gane grond en vervolgens met de bovenbouw. Tot voor kort was er nog weinig te zien, omdat de bouw zich goeddeels onder de grond af speelde. Wij verwachten echter, dat in de loop van dit jaar een spectaculaire ontwikkeling zal optreden, want het ligt in de bedoeling om de bouw zodanig te doen voortgaan, dat van nu af iedere maand een etage aan de bouw zal worden toegevoegd, uiteraard in ruwbouw. Ongunstige omstandigheden voorbehouden, zou in februari 1965 het hoogste punt bereikt worden. Vervolgens zal men dan van boven naar beneden toe met de afwerking beginnen. Wederom onvoorziene omstandigheden voor- behouden hopen wij in de tweede helft van 1966 het nieuwe gebouw te kunnen betrekken. Dan zal het feest zijn. U zult kunnen begrijpen, dat het gehele perso neel van de Centrale Bank ernaar verlangt om de nieuwe huisvesting te kunnen betrekken. Het tot ongeveer 450 leden uitgebreide per soneel van de Centrale Bank is thans beslist onvoldoende gehuisvest. Daardoor valt het ook steeds moeilijker de wassende stroom van werkzaamheden bij de Centrale Bank zo doel matig mogelijk op te vangen. Wat dat betreft zijn wij eigenlijk te laat. Ook de loon- en prijs stijging speelt ons parten. Van de andere kant hebben wij de overtuiging, dat wij, zoals de nieuwbouw met gebruikmaking van de aller laatste ontwikkelingen op het gebied van bouw en inrichting is opgezet, voor een verre toe komst verzekerd zullen zijn van de mogelijk heden van de meest moderne en doelmatige service-verlening, die in het bankwezen gebo den kan worden. Wij vertrouwen daarmede in staat te zijn ook te kunnen bijdragen tot een meer doelmatig en goedkoper verwerkingssysteem bij onze boerenleenbanken en daarmede tot een ver lichting in de exploitatiekosten, die zo onrust barend stijgen. Aldus zullen de lasten, die wij thans gezamen lijk dragen, ten goede komen aan het geheel van onze sterk groeiende boerenleenbankor ganisatie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 42