Het heden en de
nabije toekomst
REDE VAN DE HEER VAN CAMPEN
Mededelingen aan de algemene vergadering
van de Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank.
Ik zal maar met de deur in huis vallen en zon
der inleiding de zaken aan de orde stellen.
Het kasverloop
Het resultaat van het financieel verkeer met
de boerenleenbanken in de eerste vier maan
den van 1964 is geweest, dat de rekening-
courantsaldi van de boerenleenbanken bij de
Centrale Bank zijn verminderd met een bedrag
van 103 miljoen. Dit is wel een schrille te
genstelling met het vorig jaar, toen zij in die
periode stegen met 40 miljoen. Daarbij is
het echter niet gebleven. In dezelfde periode
is ook een toenemend aantal boerenleenban
ken teruggevallen op het krediet, dat de Cen
trale Bank ter beschikking stelt teneinde de
boerenleenbanken, die niet meer over vol
doende middelen beschikken, toch in staat te
stellen om de financiering van de bedrijven
van de leden voort te zetten. Deze kredietfi
nanciering was per ultimo april 1964 opgelo
pen van 5 tot 25 miljoen. Daarmede hebben
de boerenleenbanken dus nogmaals 20 mil
joen bij de Centrale Bank weggetrokken, zo
dat de beschikbare middelen bij de Centrale
Bank de eerste vier maanden van 1964 zijn ge
daald met niet minder dan ruim f 120 miljoen.
De vraag is nu wat uiteindelijk met die af
vloeiing van middelen bij de Centrale Bank
door de boerenleenbanken is gefinancierd.
Deze financiering betreft in de eerste plaats
het verschil tussen de toeneming van de be
sparingen bij de boerenleenbanken enerzijds,
te stellen op ongeveer 75 miljoen en de toe
neming van de door de boerenleenbanken ge
dane eigen uitzettingen in de vorm van voor
schotten en effecten anderzijds, te stellen op
ongeveer 130 miljoen. Met dit negatieve ver
schil was derhalve in de eerste vier maanden
van 1964 gemoeid een bedrag van ongeveer
f 55 miljoen. Voorts is met die afvloeiing van
middelen bij de Centrale Bank gefinancierd de
opneming van financieringsmiddelen door
cliënten van boerenleenbanken ten laste van
hun lopende rekening. Met deze financiering
via de lopende rekeningen bij de boerenleen
banken zijn belangrijk grotere bedragen ge
moeid geweest dan in vorige jaren het geval
was. In de eerste vier maanden van 1964 een
bedrag van ongeveer 65 miljoen. Een zekere
vervroeging van het seizoensgebeuren in het
agrarisch bedrijf zal hierbij wel een rol hebben
gespeeld.
De kredietbeperkingsregeling
Nu valt de financiering van de seizoensactivi
teiten door middel van krediet in lopende re
kening onder de kredietbeperkingsregeling
van de Nederlandsche Bank. Deze regeling is
1924