op de medewerking van de boerenleenbanken
zijn aangewezen, indien de boerenleenbanken
blijvend in staat zijn om door een sterke finan
ciële positie steeds meer spaarders tot ons te
trekken. Deze verschaffen ons met hun spaar
gelden de financieringsmiddelen om het be
drijfsleven en de algemene maatschappelijke
ontwikkeling in de gebieden, waarin onze boe
renleenbanken gevestigd zijn, een zo groot
mogelijke financiële steun te kunnen blijven
geven.
Risico en reservering
De geweldige ontwikkeling van de krediet- en
voorschotverlening van de boerenleenbanken
brengt mede, dat wij ons bij voortduring re
kenschap zullen moeten geven van de risico
dekking. In algemene zin betekent dit, dat de
reserves waarover onze boerenleenbanken
beschikken, verder moeten worden opge
voerd. Van groot belang is ook, dat de kre
diet- en voorschotposten, die bijzondere be
waking behoeven, in de landbouwkredietver
zekering terecht komen. Van maand tot maand
worden deze posten gevolgd aan de hand van
de binnenkomende meldingen omtrent de na
koming van de rente- en aflossingsverplich
tingen.
Bij gebleken achterstand kan onmiddellijk
overleg worden gepleegd met de desbetref
fende boerenleenbank en zonodig ook met an
dere daarvoor in aanmerking komende in
stanties, indien eventueel optredende moei
lijkheden niet van tijdelijke aard mochten blij
ken te zijn.
In de tot het vermogen van de Centrale Bank
behorende gemeenschappelijke reserve be
schikken wij over een algemene conjunctuur
reserve, waarop de boerenleenbank in om-
1922
standigheden van nood in het betrokken ge
bied kan terugvallen. Jaarlijks wordt door de
Centrale Bank aan dat fonds een toevoeging
gedaan.
Schadegevallen kunnen echter niet alleen het
gevolg zijn van oorzaken, die van buiten op
ons af komen. Het kan ook zijn - en zeker kan
zulks het geval zijn bij een dynamische ont
wikkeling als wij thans meemaken - dat er op
de banken zelf fouten gemaakt worden. Men
kan daarbij denken aan overschrijding van
toegestane kredietfaciliteiten of aan het on
voldoende in acht nemen van statutaire en re
glementaire voorschriften, die op de krediet
en voorschotverlening betrekking hebben.
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt.
Ik wil die niet goed praten, doch ik meen wel
rekening te moeten houden met de realiteit,
dat zij kunnen voorkomen. Daarom kan onze
organisatie niet zonder een risicoverzekering,
die de boerenleenbanken een zo goed moge
lijke dekking voor dergelijke schade biedt. Wij
bezitten deze in de wanprestatie-schadeverze
kering. In de algemene vergadering van 1962
is deze verzekering als een bindende verplich
ting voor alle aangesloten boerenleenbanken