lidmaatschap van dergelijke personen geen prijs gesteld en het komt om dezelfde redenen ook voor, dat zij zelf bezwaar er tegen hebben om als lid tot de plaatselijke bank toe te tre den. Voorgesteld wordt daarom de eis van het lidmaatschap te doen vervallen. d. Een belangrijke wijziging is ook die, welke betrekking heeft op de wijze waarop de Boe- ren-Hypotheekbank zich de middelen kan ver schaffen voor de financiering van de toege kende leningen. Van oudsher gebeurt dit door plaatsing van pandbrieven met lange looptijd. Dit is echter een betrekkelijk kostbaar finan cieringsinstrument. Datzelfde geldt ook voor de opneming van gelden op onderhandse schuldbekentenis. Ook daarvoor is, wanneer de looptijd van de op schuldbekentenis opge nomen lening langer is dan twee jaren, het evenredig zegelrecht ad van het lenings bedrag verschuldigd. Voorgesteld wordt nu om in artikel 44 van de statuten aan het be stuur een ruimere armslag te geven in het aan trekken van middelen. Daar wordt voorgesteld te lezen: de vennoot schap verschaft zich de geldmiddelen die no dig zijn om haar doel te bereiken bij voorkeur door het uitgeven van pandbrieven of het le nen van geld op onderhandse schuldbeken- 1911

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 21