Statuten-wijziging Boeren-Hypotheekbank REDE VAN DE HEER MERTENS In de vergadering van de Boeren-Hypotheek bank kwam een voorstel tot statutenwijziging aan de orde. De heer Mertens gaf daarbij de volgende toelichting. Reeds in mijn inleiding tot de verenigde verga dering heb ik het voorstel tot statutenwijziging ter sprake gebracht. Zoals U heeft gezien uit de aan de agenda toe gevoegde bijlage is het voorstel tot statuten wijziging vergezeld van een uitvoerige toe lichting betreffende de redenen, die aan het voorstel ten grondslag liggen. Voornamelijk wordt daarmede beoogd een verdere uitbrei ding van de activiteiten van de Hypotheekbank mogelijk te maken. Om dit te bereiken komen een viertal belangrijke wijzigingen aan de or de, te weten: a. verhoging van het maatschappelijk kapi taal, dat thans 10.000.000 bedraagt, tot 15.000.000. Van het maatschappelijk kapitaal is thans 6.000.000 geplaatst, zodat door de verhoging ruime armslag wordt verkregen voor verdere kapitaalsuitgiften, indien daaraan in de toekomst behoefte mocht blijken te be staan. b. verhoging van de maximale begrenzing van het bedrag, dat de vennootschap aan vreemde middelen mag aantrekken voor het financieren van de aangevraagde hypothecaire leningen. Momenteel bedraagt zij vijftien maal de som van het geplaatste kapitaal plus het reserve fonds. Voorgesteld wordt deze vermenigvuldi gingsfactor tot vijf en twintig te verhogen. Het is zonder meer duidelijk, dat voor de vennoot schap door deze verhoging de mogelijkheid tot het aantrekken van gelden voor het ver strekken van hypothecaire leningen aanzien lijk wordt verruimd. Bezien in het licht van de recente prijsontwikkeling voor onroerende goederen, kan de voorgestelde verhoging al leszins rationeel worden geacht. Drie grote hypotheekbanken zijn dan ook onze vennoot schap op dit punt reeds voorgegaan. c. Het doen vervallen van de eis van het lid maatschap van een aangesloten boerenleen bank om voor een hypothecaire lening van de Boeren-Hypotheekbank in aanmerking te ko men. Sedert de oprichting van de vennoot schap moest zij zich met het verstrekken van hypothecaire leningen beperken tot de leden van de aangesloten boerenleenbanken. Deze beperking is in de laatste jaren in toenemende mate als een belemmering aangevoeld. Vooral sedert de vennootschap zich met het verstrek ken van leningen ook op het terrein buiten de landbouw heeft begeven. Vele van de niet- landbouwers, die voor een hypothecaire lening van de vennootschap in aanmerking zouden willen komen, behoren eigenlijk niet onder de leden van de plaatselijke boerenleenbank thuis. In menig geval wordt dan ook door de besturen van de plaatselijke banken op het 1910

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 20