Algemene inleiding
tot de vergadering
REDE VAN DE HEER MERTENS
De voorzitter van de vergadering, de heer
0. G. A. Mertens, sprak een algemene inleiding
de vergadering uit. Na de welkomstwoorden
aan de aanwezigen sprak hij als volgt.
Over de gang van zaken in 1963 en over het in
dat jaar gevoerde beleid bent U allen uitvoerig
ingelicht door middel van het jaarverslag, dat
U is toegezonden en dat naast een overzicht
van de gang van zaken bij de plaatselijke ban
ken en naast de jaarstukken van de Centrale
Boerenleenbank, ook de verslagen bevat van
de Boeren-Hypotheekbank alsmede van de
Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven'. Te
vens zijn daarin opgenomen de korte versla
gen van het Onderling Waarborgfonds en van
het Garantiefonds voor Land- en Tuinbouw.
Ook is aan het jaarverslag toegevoegd het ver
slag over het boekjaar 1963 van het Gemeen
schappelijk Bankkantoor, waarin onze instel
ling samenwerkt met de Coöperatieve Centra
le Raiffeisen-Bank te Utrecht.
Hot bestuur heeft in de verslaglegging weder
om gestreefd naar zo groot mogelijke uitvoe
righeid en duidelijkheid. Het is daarin mijns in
ziens zeer wel geslaagd. Ook de uitvoering van
het jaarverslag verdient alle lof.
Tijdens de voorjaarsbijeenkomsten heeft de
directie van de Centrale Bank reeds gelegen
heid gehad om met de beheerders en kassiers
van gedachten te wisselen over de gang van
zaken in 1963 en over de ontwikkeling van de
laatste tijd. Het is zeer waardevol dat wij in on
ze organisatie juist op dit moment gelegenheid
hebben gehad om in ruime kring van gedach
ten te wisselen over al hetgeen er gaande is
en over de activiteiten, die wij naar aanleiding
daarvan zullen moeten ontplooien. Ik denk hier
bij onder andere aan de algemene stijging van
het loon-en prijsniveau en aan de daaruit voort
vloeiende gevolgen. Ons land is niet langer
een 'goedkoopte-eiland'. Met deze stijging van
het kostenniveau hangt ten nauwste samen
een relatieve verkrapping van de beschikbare
financieringsmiddelen. Als gevolg daarvan is
ook de rentestand niet onaanzienlijk gestegen.
De stijging van de rentevoet op de kapitaal
markt heeft onze boerenleenbanken enerzijds
aanleiding gegeven om de spaarrente te ver
hogen en heeft hen anderzijds genoopt ook de
debet-rentetarieven bij het gestegen renteni
veau aan te passen. Gezien de vooruitzichten
met betrekking tot de rentabiliteit van de boe
renleenbanken, met name ook in verband met
de sterk stijgende bedrijfskosten, is een ver
hoging van de debet-rentetarieven onont
koombaar.
Financieringsproblemen
De vraag naar financieringsmiddelen nam in
1963 wederom toe. Dit geldt vooral voor de
verstrekking van voorschotten. De kredietver
lening in lopende rekening bleef daarentegen
1903