de heer Smulders uit Aarle-Rixtel betreffende de inspectiedienst. Hij wees erop, dat de con trole de administratie van twee jaar omvat, in dien de voorgaande controle langer dan een jaar geleden is. Daarnaast vindt regelmatig een totale controle plaats en tussendoor wor den korte controlebezoeken gebracht. De heer Bakker uit Heiloo had, naar de heer Van Cam- pen meende, met zijn opmerking over de stie renkeuring alle wellicht nog hier of daar be staande twijfel weggenomen, als zou de boe renleenbank geen agrarische instelling meer zijn. Aan het adres van de heer De Graaf uit Zwolle zei de heer Van Campen, dat het be staande systeem van depositobrieven en ver zekerde spaarcertificaten op de helling gezet zou worden en dat getracht zou worden het systeem zodanig te wijzigen, dat de desbe treffende middelen ter beschikking konden blijven aan de plaatselijke banken. Aan de heer Vijverberg uit Naaldwijk zei de heer Van Campen, met een verdere variant: Wat een bank, wat een bank, waar leeft zoveel dank; waarop applaus van de vergadering zijn woor den kracht bijzette. Vervolgens vroeg de heer Zegers, vice-presi- dent van de raad van toezicht van de Centrale Bank, het woord om namens de K.N.B.T.B. en C.B.T.B. een gelukwens te uiten voor de re sultaten van de boerenleenbanken. Voor de inspanningen die allen in deze organisatie zich getroosten bracht hij dank namens de beide standsorganisaties. Hij toonde zich ver heugd met de samenwerking die de standsor ganisaties de laatste jaren in toenemende ma te van de zijde van de boerenleenbanken on dervinden en die ten goede komt aan de ge hele land- en tuinbouw. Hij deed een beroep 1902 op allen om mee te werken aan de eenheid van de landbouw. De heer Zegers toonde zich erkentelijk, dat de Centrale Bank moeite heeft gedaan om het aandeel van de agrarische sec tor in de toeneming van de spaartegoeden na te gaan en aan de resultaten van het onder zoek bekendheid te geven. Wat in dit onder zoek niet tot uiting komt, aldus de heer Zegers, is de positie van de jonge boeren en de jonge tuinders. Hij meende dat dit in vele gevallen tot enige bezorgdheid aanleiding geeft. Ook hier achtte hij een woord van erkentelijkheid aan de Centrale Bank op zijn plaats, omdat ook tijdens deze algemene vergadering weer gebleken was dat de bank ernst maakt met de studie van de problemen van de jonge agrariër. De voorzitter dankte de heer Zegers voor zijn erkentelijkheid. Alvorens tot sluiting van de vergadering over te gaan, wilde hij nog een bijzonder woordje spreken aan het adres van de heer Switzar, onderdirecteur van de Cen trale Bank, die deze keer voor het laatst had deelgenomen aan de voorbereiding van de vergadering. De voorzitter dankte de heer Switzar voor de steun die hij in de vele jaren van zijn werkzaamheid heeft gegeven. De heer Switzar antwoordde, dat hij deze woorden erg op prijs stelde. Het werk was hem steeds een genoegen geweest. Hij sprak de hoop uit dat het de Centrale Bank goed zal gaan en dat hij zelf na zijn pensionering nog vele malen getuige zal mogen zijn van haar algemene vergadering. Na dank gebracht te hebben aan de aanwezi gen voor hun medewerking om alles goed te doen verlopen, sloot de voorzitter om 15.20 uur de vergadering met de christelijke groet.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 12