bekend, dat er een verhaalsrecht bestaat krachtens de wet. Dit waren niet de punten die hij ter bespreking had willen brengen. Het ging om de zinsnede in de toelichting, waarin duidelijk staat, dat de verzekeringsmaatschap pij verhaal kan nemen op de personen die de schade hebben veroorzaakt. Uit die zinsnede werd niet duidelijk dat het verhaalsrecht alleen aanwezig is als er ook schuld aanwezig is ge weest. De voorzitter merkte op, dat men niet kan spreken over goede trouw bij wanprestatie. De hele regeling betreft alleen gevallen waar in wanprestatie aantoonbaar is en dat houdt altijd in dat er schuld geweest is. Hij meende het meningsverschil te kunnen terug voeren op een misverstand. De heer Borst dankte de voorzitter voor deze woorden, die voldoende verduidelijkten wat zijns inziens in de toelichting te kort kwam. De heer Van Campen herinnerde nog aan de uitvoerige besprekingen, die tijdens de voor jaarsbijeenkomsten aan dit onderwerp zijn ge wijd. De directie had daarbij de indruk gekre gen, dat alles duidelijk was geworden. Het misverstand zou volgens hem daarin zijn oor zaak kunnen vinden, dat in de toelichting niet duidelijk gesproken wordt over schade door schuld in onderscheid tot schade, die niet door schuld is ontstaan. Het ontmoette bij hem geen bezwaar in de aangehaalde alinea van de toelichting te lezen, dat de landbouwkre dietverzekering slechts verhaal kan zoeken op de personen, die de schade door hun schuld hebben veroorzaakt. De heer Borst vroeg of deze woorden in de polisvoorwaar den opgenomen konden worden. Daartegen was volgens de voorzitter geen bezwaar. De heer Coolen uit Nuenen meende, dat de on rust misschien toch niet geheel weggenomen was. De nalatigheid in het toepassen van voorschriften, waarover hier sprake is, kan immers ook voortkomen uit onwetendheid. Men kan niet verwachten dat een kassier of een bestuurslid de wet volledig kent. De heer Van Campen antwoordde, dat de be woordingen van de regeling niets afdoen aan de wet. De rechter maakt uit of er sprake is van schuld bij de nalatigheid. Hij beklemtoon de dat er met dit verzekeringsvoorstel, ook al staat het er niet met zoveel woorden in, een mogelijkheid geschapen wordt om een rege ling te treffen ten gunste van de schuldige. De voorzitter voegde hieraan toe dat het voorstel de gelegenheid biedt om een menselijke op lossing te zoeken en verlichting van de gevol gen te bereiken vóór de rechter aan de zaak te pas komt. Na deze uitvoerige en levendige discussie werd het voorstel met algemene stemmen aanvaard. De uitslag van de stemming voor de Centrale Bank, die inmiddels was opgemaakt, hield in dat de heer Bergmans herkozen was als lid van het bestuur, de heren Hettinga, Kolfscho ten en Kortmann herkozen als leden van de raad van toezicht en de heer Hermus voor de eerste maal als lid van laatstgenoemd college was gekozen. De heer Hermus sprak zijn dank uit voor het vertrouwen dat de vergadering in hem getoond had en zegde toe dat hij zijn krachten zou geven om zich dit vertrouwen waardig te tonen. De voorzitter wenste hem en de andere leden geluk met hun benoeming. Bij het punt mededelingen gaf de heer Van Campen een overzicht van de stand van za ken van enige belangrijke onderdelen van het boerenleenbankbedrijf en ontvouwde hij plan- 1900

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 10