Ontmoeting in Augsburg
'Eine kleine Nachtmusik' van Mozart liet de
eerste tonen rollen in de week die de Beieren
onder de titel 'Ontmoeting met Nederland'
vriendelijk voor ons Nederlanders hadden in
geruimd. En toen de violisten waren uitgeneu-
ried volgde de eerste ontmoeting. En uit die
eerste ontmoeting bleek duidelijk hoe onze
boerenleenbankorganisatie ook over de gren
zen bekendheid geniet. Het Bayerische Raif-
feisenverband (3600 aangesloten banken) had
de algemene directeur van onze Centrale
Bank, mr. Ph. C. M. van Campen, uitgenodigd
hen uiteen te zetten, hoe in de lage landen de
boerenleenbank financiële problemen op mo
derne wijze onder de knie krijgt.
Daartoe waren alle prominenten van het Baye
rische Raiffeisenverband naar Augsburg ge
komen, aangevuld nog met vertegenwoordi
gers van de Beierse overheid en de stad Augs
burg. De vertegenwoordigers van de Neder
landse regering ontbraken evenmin. De Ne
derlandse Consul-Generaal in München, de
heer J. Ceulen, de Ambassaderaad Korthals-
Altes en de actieve attaché voor culturele za
ken van de Nederlandse Ambassade te Bonn,
de heer J. Kempen, gaven blijk van hun be
langstelling. Daar kwamen dan nog bij de
Beierse radio en televisie en de Duitse en Ne
derlandse persvertegenwoordigers.
De Beieren zijn volledig aan hun trekken ge
komen. Mr. Van Campen gaf hun in zijn rede:
'Landbouwkrediet in de Europese marktecono
mie Een Nederlands voorbeeld' een diep
gaand college hoe de zaken bij de Nederland
se boerenleenbanken worden aangepakt. Hier
werd hun niet alleen verteld hoe een organisa
tie zich ontwikkeld heeft, maar ook welke
maatregelen genomen werden om de organi
satie steeds weer opnieuw aan te passen aan
de eisen van deze tijd. Terwijl zij zelf een gi
gantische organisatie vertegenwoordigen, ble
ken de heren van het Bayerische Raiffeisen
verband toch geïmponeerd door de cijfers van
de boerenleenbankorganisatie. Verwonderd
waren zij echter eerst toen hun verteld werd,
dat dit alles tot stand gekomen was zonder
overheidssteun. 'Onze debetrentevoet kan
laag genoemd worden, wanneer men er reke
ning mee houdt, dat onze organisatie zonder
enige overheidssteun in welke vorm ook
werkt. Wij kennen in ons land geen rentesub
sidies op leningen die door tussenkomst van
de boerenleenbank aan de agrariër verleend
worden. Evenmin is er sprake van, dat de
overheid aan de boerenleenbanken goedkope
financieringsmiddelen ter beschikking stelt',
aldus mr. Van Campen. Ook de aanpassing
van de financieringsvormen trok de aandacht.
'Wij streven ernaar, zover het ons mogelijk is,
de ontwikkeling van het land- en tuinbouwbe
drijf op de voet te volgen, waarbij wij er voort-
1862