interventiebureaus verplicht het door de pro
ducenten aangeboden graan te kopen tegen
deze minimale prijs. Aldus wordt er een bodem
in de markt gelegd en kan de werkelijk door
de boer te ontvangen prijs nooit veel afwijken
van de vastgestelde nationale richtprijs. Een
soortgelijke regeling geldt dus ook voor de
drie genoemde zuivelprodukten.
Exportsubsidie
Een van de belangrijkste onderdelen van de
gemeenschappelijke zuivelregeling behandelt
de subsidiëring bij export. Nederland expor
teert voor meer dan 2.300 miljoen per jaar
aan veehouderijprodukten. Slechts een ge
deelte van dit bedrag is bestemd voor onze
EEG-partners. Voor de rest zijn wij aangewe
zen op derde landen. Voor beide gebieden is
nu een subsidieregeling ontworpen, die voor
Nederland gunstig is uitgevallen.
Bij export naar lidstaten van landbouwproduk-
ten waarvoor reeds een gemeenschappelijke
marktregeling geldt, moeten wij aan het in
voerende land een invoerheffing betalen. Het
importerende land strijkt deze gelden op ten
behoeve van zijn schatkist. Bij de export van
zuivelprodukten vanuit Nederland zal dit nu
anders gaan lopen. In plaats van een invoer
heffing te moeten betalen, zullen wij dan zelf
een exportheffing mogen vragen. In beide ge
vallen wordt het verschil in prijsniveau tussen
het importerende en het exporterende land
enigszins opgeheven. Het verschil is, dat de
heffing nu niet ten goede komt aan de over
heid van het importerende land, maar aan onze
eigen schatkist. De grootte van deze export
heffing zal gelijk zijn aan de door onze over
heid op het desbetreffende produkt verleende
subsidie. Als onze exportheffing lager uitvalt
dan de huidige invoerheffing van het invoeren
de land, dan zullen wij het verschil moeten bij
betalen aan dat land. Onze exportprijzen zul
len dus in feite richtprijzen zijn, want de richt
prijs is niets anders dan de bestaande markt
prijs, vermeerderd met de subsidie.
Exporteren wij naar derde landen, dan ver
leent de overheid op het ogenblik exportsubsi
dies omdat de internationale marktprijzen veel
lager liggen dan onze marktprijzen. Deze ex
porttoeslag mag Nederland ook in de toekomst
blijven geven. Het aantrekkelijke is nu dat wij
een deel van deze marktsteun weer terugkrij
gen van de EEG. Reeds vrij snel na de inwer
kingtreding van de zuivelverordening zullen
wij de helft terugkrijgen van de exporttoeslag,
vermeerderd met de boven de Nederlandse
marktprijs reeds verleende subsidie. Onze
richtprijs is hierbij dus als uitgangspunt geno
men.
Deze regeling zal volgend jaar ons land zeer
waarschijnlijk al 100 miljoen gaan besparen
in de vorm van verlaagde overheidstoeslagen
aan de producenten volgens de hierboven
weergegeven methode.
De geleidelijke toenadering van de nationale
richtprijzen overeenkomstig de eveneens ge
leidelijke vermindering van de interne heffin
gen zal betekenen, dat aan het marktbeleid
steeds meer betekenis wordt toegekend. Dit
gaat gepaard met een jaarlijkse vermindering
van de overheidssubsidies aan de veehouder,
terwijl de marktprijzen dienovereenkomstig
zullen stijgen. De boer ontvangt dus niet min
der, maar de consument betaalt meer.
Margarine en vlees
Margarine is een produkt waarvoor afzonder
lijk beslissingen zijn genomen. Dit houdt ver-
1873