E.E.G. en veehouderij
Het ontwerpen van een gemeenschappelijke
verordening voor zuivelprodukten is steeds
als een van de moeilijkste problemen voor de
landbouwministers tijdens de laatste mara
thonzitting beschouwd. Desondanks zijn de
bewindslieden erin geslaagd om voor de zui
velprodukten, met uitzondering van consump-
tiemelk, een basisplan te ontwerpen dat door
alle lidstaten kon worden geaccepteerd. Dit
resultaat is voor ons land niet alleen verheu
gend vanwege de financiële voordelen die er
voor de schatkist uit zullen voortvloeien, maar
ook omdat Nederland in tegenstelling tot de
andere lidstaten een relatief groot zuivelover-
schot heeft. Men had daarom kunnen ver
wachten dat de Nederlandse vertegenwoordi
gers tijdens de onderhandelingen in een nogal
geïsoleerde positie zouden worden gemanoeu
vreerd. De bereikte resultaten geven echter
de indruk dat dit niet het geval is geweest, of
dat zij zich eruit hebben weten te redden.
Basisplan voor zuivel
Het basisplan moet nog nader worden uitge
werkt om het voor uitvoering gereed te maken.
Daarom zal het nog wel enkele maanden duren
eer de zuivelregeling van kracht wordt. Wel is
er in Brussel al onderhandeld over de vaststel
ling van de minimum- en maximumrichtprijzen
voor het melkjaar 1964-1965. Inmiddels zijn de
richtprijzen vastgesteld.
De grondslag van het plan is, evenals bij de
meeste andere produkten waarvoor gemeen
schappelijke verordeningen zijn samenge
steld, de opheffing van de bestaande handels
belemmeringen, zoals kwantitatieve restricties
en douanerechten. Hiervoor in de plaats komt
nu een heffingenstelsel. Gedurende de over
gangsperiode gelden de heffingen zowel tus
sen de lidstaten onderling als ten opzichte van
derde landen. De interne heffingen zullen ech
ter geleidelijk verminderd worden en aan het
einde van de overgangsperiode geheel zijn
verdwenen. Dit betekent tegelijkertijd dat de
nu nog binnen het EEG-gebied aanwezige
prijsverschillen, die door de heffingen worden
gecompenseerd, in 1970 zullen zijn wegge
werkt. Er is dus enerzijds ruimte gekomen
voor een geleidelijke liberalisatie van het on
derlinge handelsverkeer in zuivelprodukten en
anderzijds zullen de nationale richtprijzen voor
de grondstof, de melk,steedsmeernaareenen-
kele gemeenschappelijke richtprijs tenderen.
De liberalisatie van het handelsverkeer is met
de nodige omzichtigheid bekleed. Zo is ook
voor de zuivelprodukten een vrijwaringsclau
sule ontworpen. Bij ernstige marktverstorin
gen kan elk land hierop een beroep doen. Ver
der is voor boter, melk en room een interven
tiestelsel ingebouwd. Een soortgelijk systeem
kennen wij ook bij granen. Daalt voor deze
produkten de producentenprijs beneden een
bepaald percentage van de richtprijs, dan zijn
1872