Bijzondere kredietverlening veenweidebedrijven
tenminste de vraag naar centen wat afnemen.
Maar de Minister van Economische Zaken zal
er wel op tegen zijn, dat men afrondt naar bo
ven.
dat er in de Verenigde Staten 15 miljard aan
delen in omloop zijn. Men schat de totale waar
de van dit pakket op bijna 2.000.000.000.000.
De aandelen zijn verspreid over 17 miljoen
aandeelhouders, een aantal dat drie keer zo
groot is als in 1952. De aandeelhouders zijn
vooral institutionele beleggers. Verder vormen
de ambtenaren 6%, de arbeiders 3% en de
boeren 1,5% van de aandeelhouders.
dat de regering van Jemen voor het eerst in
haar bestaan papiergeld uitgeeft, ledereen die
dit papier als geld weigert loopt het risico van
een gevangenisstraf tot maximaal twee jaar.
Desondanks verwacht men toch veel moeilijk
heden. De moeilijkheid is aan de stamleden te
bewijzen dat een stukje papier evenveel waard
is als een zware zilveren munt.
dat in 1967 de munteenheid van Nieuw-
Zeeland zal veranderen. Momenteel heeft men
daar het pond-sterling. Vanaf 1967 zal dit land
de dollar als nationale munteenheid krijgen.
Dan zijn er reeds elf landen, die een dollar
hebben. De Nieuw-Zeelandse dollar wordt
de duurste: de tegenwaarde in Nederlands
geld is 5. Onder de vele suggesties over
de te kiezen naam voor de nieuwe munt kwa
men onder meer typische Nieuw-Zeelandse
vogelnamen voor, zoals de Kiwi en de Moa.
dat er in de V.S. na de dood van een alleen
wonende vrouw enkele kistjes in haar woning
werden gevonden. Deze bleken zoveel geld te
bevatten dat men 3 miljoen bij elkaar telde.
Op de kistjes stond heel laconiek: 'Voor mijn
oude dag'. De dame was 93 jaar.
dat bankiers de aangewezen personen zijn
voor degenen die eens een goed gesprek over
kunst en literatuur willen voeren. Kunstenaars
praten altijd maar over geld.
Uit een antwoord van Minister Biesheuvel op
vragen uit de Eerste Kamer is gebleken, dat
ongeveer 2.000 aanvragen in het kader van
de bijzondere kredietverlening voor veenwei
debedrijven zijn binnengekomen. Mogelijk zal
dit aantal nog enigszins stijgen, want er zijn
nog enkele aanvragen bij de banken in behan
deling.
Oorspronkelijk verwachtte de minister, dat
het aantal aanvragen tot ongeveer 4.000 zou
oplopen. De belangstelling is dus veel minder
dan men aanvankelijk had verondersteld. De
minister acht het niet uitgesloten dat relatief
veel landbouwers in staat zijn geweest zelf
de vereiste zekerheid voor het aangaan van
leningen te stellen. Een andere mogelijkheid
ziet de bewindsman in een regeling die de
landbouwers zelf met hun crediteuren hebben
getroffen zonder dat hiervoor gelden bij de
banken behoefden te worden opgenomen.
1871