Wij lazen...
dat een Australische landbouwer een aap als
landarbeider in dienst heeft. Het dier heeft als
zodanig het beroep van tractorchauffeur, maar
vervult ook andere werkzaamheden. De boer
verwacht dat de aap over enkele jaren bijna
voor elk karwei bruikbaar zal zijn. De aap
kreeg de officiële status van landarbeider toen
bleek dat zijn baas de onderhoudskosten van
de aap voor de inkomstenbelasting mocht af
trekken omdat het dier op de boerderij werk
zaam was.
dat iemand bij het rooien van een aantal bo
men in zijn tuin 139 oude zilveren munten
heeft gevonden. Een van deze munten draagt
het jaartal 1540en de beeltenis vanMaximiliaan
van Oostenrijk. Het blijkt een zeer waardevol
le vondst te zijn. Men vermoedt dat vroegere
inwoners van het dorp de munten in de grond
hebben gestopt toen de Spanjaarden er op
strooptocht gingen.
dat men in Argentinië vorig jaar met een lote
rijspaarregeling is gestart teneinde het sparen
te bevorderen. Deelnemers moeten eerst ge
durende zeven maanden minstens 200 pesos
(ongeveer 5,25) per maand sparen. Voor de
ze 1.400 pesos krijgt men een certificaat, dat
in series van 100.000 stuks wordt verkocht.
Over elke serie worden 239 prijzen verloot,
die een waarde van bijna 2,5 miljoen pesos
hebben. Na de verloting worden de prijzen en
de waarde van de certificaten op de spaarre
keningen bijgeschreven.
dat spaarbanken vroeger ook wel spaar- en
hulpbanken heetten. In een opstel over hulp
banken in de 19e eeuw wordt nu vermeld dat
in de statuten van deze instellingen vaak be
palingen waren opgenomen die sterk doen
denken aan armenzorg en vaderlijk toezicht.
Zo kende men het voorschrift dat aanvragers
van kredieten en voorschotten door hun zede
lijkheid en vlijt een financiële steun waardig
moesten zijn. Kroeghouders, tappers, slijters,
loterijhandelaars en personen die hun kinde
ren niet geregeld naar school stuurden werden
prompt uitgesloten. Bij onbescheiden bejege
ning van het bestuur werd het verleende voor
schot opeisbaar.
dat de Rijksmunt met een te beperkte produk-
tiecapaciteit kampt. Het betreft voornamelijk
de aanmaak van centen. Per 1 januari 1964
waren er 862 miljoen centen in omloop maar
dit blijkt veel te weinig te zijn. Er is op ver
schillende plaatsen een nijpend tekort aan de
ze munten ontstaan. Nu is de rijksmuntmeester
met een opvallend voorstel gekomen. Hij heeft
aan de Kamers van Koophandel gevraagd de
middenstanders te bewegen hun prijzen zo
danig af te ronden dat prijzen als f 1,93 of
24,68 niet meer voorkomen. Hierdoor zou
1870