constructie altijd nog gelijk aan die van de niet-gedevalueerde valuta's of, als alle 17 lan den zouden devalueren, aan die van de minst gedevalueerde. Overigens heeft de obligatie houder altijd de keus, in welke valuta hij uitbe taald wil worden. Hij kan dus ook nog gebruik maken van een tijdelijk hoge notering van een van de betrokken valuta's. Deze constructie geldt alleen tussen de uitge vende instelling en de obligatiehouder, op grond van de voorwaarden van de inschrij ving. Bij verkoop ter beurze is de koper daar niet aan gehouden. Deze zal dus de koers waarde van de obligatie omrekenen tegen de vaste waarde van de rekeneenheid bij effec tentransacties, zijnde 3,62. De vraag is nu maar hoe hoog de koers van de obligatie is. Daarbij moet men bedenken, dat de rente op deze obligaties, die immers door de uitgeven de instelling voldaan moet worden, omgere kend wordt tegen 3,80 en dus voor de obli gatiehouder het volle voordeel van de onder havige speciale constructie oplevert. Men moet aannemen dat dit voordeel in de koers van de obligatie verrekend zal worden, zodat de verkoper via een hogere koers toch aan zijn trekken kan komen. Een dergelijke lening is dus uit het oogpunt van valutarisico aantrekkelijk voor de houder. Gegeven de tegoeden van de uitgevende in stelling en alle andere omstandigheden gelijk verondersteld, is zij aantrekkelijker dan een lening in een buitenlandse valuta en zelfs aan trekkelijker dan een guldenslening. Het risico wordt overgenomen door de uitgevende instel ling. Voor haar is een dergelijke lening dus minder aantrekkelijk dan een normale lening. Zij zal er alleen toe overgaan als zij op een andere manier moeilijk geld kan krijgen of als zij het risico minder zwaar laat wegen dan de hogere rente die zij bij een normale lening zou moeten aanbieden. Dat is ook de reden waar om er nog maar weinig van zulke leningen zijn. Dat brengt weer een nadeel mee voor de obli gatiehouder: de markt voor deze leningen is klein en het is niet zeker dat hij op het ge wenste moment altijd een tegenpartij zal vin den, als hij het stuk wil verkopen. 1869

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 15