sproken. 'Het Nederlandse bankwezen prijst zich gelukkig dat de overheid zich, afgezien van de min of meer klassieke instrumenten van de geldpolitiek, vrijwel geheel onthoudt van ingrijpen. Wij zien hierin een bevestiging dat de gunstige resultaten van de levendige concurrentie in het Nederlandse bankwezen ook door de overheid op hun waarde geschat worden. De Nederlandse banken zijn geheel vrij in het vaststellen van de rente voor toevertrouwde gelden en kredieten, maar ook in het vaststel len van de andere voorwaarden van debet- en creditrekeningen. Er bestaat ook geen bank- kartel, noch officieel noch officieus'. Algemeen was men van mening, dat de Ne derlanders het goed hadden aangepakt. Deze mening werd ook vertolkt door de directeur van het Bayerische Raiffeisenverband, dr. Groll. Was het in het begin zo, aldus dr. Groll, dat de Nederlanders in Duitsland poolshoogte kwamen nemen over onze organisatie, thans kunnen wij een voorbeeld nemen aan datgene wat zij bereikt hebben. Na de rede van mr. Van Campen werden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld ook nog op andere wijze kennis te nemen van de boe- Het nieuwe gebouw van de Centrale Bank ontbrak niet op de tentoonstelling 1864

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 10