van toezicht heeft gegeven, en aan de aanwij
zingen en voorschriften van de Centrale Bank.
Bij de besluitvorming zelve terzake van het
verstrekken van voorschotten en kredieten
heeft de raad van toezicht volgens de nieuwe
statuten geen taak meer. Wel kunnen leden
van de raad van toezicht, indien het bestuur
daaraan behoefte heeft, adviserend optreden.
Behalve op het terrein van de voorschot- en
kredietverlening is er in de taak van de raad
van toezicht nauwelijks enige wijziging geko
men. Op vrijwel overeenkomstige wijze als
volgens de oude statuten het geval was, is het
bestuur verplicht allerlei andere besluiten ter
goedkeuring voor te leggen aan de raad van
toezicht alvorens die besluiten uit te voeren.
Ook in de controle-taak van de raad van toe
zicht is praktisch geen verandering gekomen.
Door de verlegging van het accent van de taak
van de raad van toezicht naar het toezicht
achteraf treedt er in zekere mate ook een ver
andering op in de verhouding tussen het be
stuur en de raad van toezicht. De oude rege
ling van het goedkeuringsrecht van de raad
van toezicht met betrekking tot de voorschot
en kredietverlening leidde haast vanzelf tot
het systeem van de gecombineerde vergade
ring van bestuur- en raad van toezicht. In
de nieuwe statuten is de bepaling opgenomen,
dat de raad van toezicht, evenals het bestuur,
apart vergadert. Dit moet tot gevolg hebben,
dat de samenwerking tussen de beide col
leges, maar ook de wederzijdse aanvulling van
hun taken in nieuwe werkwijzen tot uitvoering
zal moeten komen.
De nieuwe statuten hebben hierin reeds ten
dele voorzien. De raad van toezicht kan be
sluiten, dat zijn voorzitter de vergaderingen
van het bestuur bijwoont, alsmede, dat de
voorzitter van het bestuur de vergaderingen
van de raad van toezicht moet bijwonen.
Overzien we de bepalingen van de statuten,
dan blijkt, dat de taak van de raad van toezicht
bestaat uit:
a. het vaststellen van algemene beleidslijnen
terzake van de krediet- en voorschotver
lening en van het beleggen van gelden
waaraan het bestuur zich heeft te houden.
De vaststelling van deze beleidslijnen is
onderworpen aan de goedkeuring van de
Centrale Bank;
b. het houden van toezicht op het beleid van
het bestuur overeenkomstig de aanwijzin
gen van de Centrale Bank;
c. het treffen van die voorzieningen, welke
volgens de statuten aan de raad van toe
zicht ter regeling zijn voorbehouden.
Door algemene beleidslijnen te geven, bepaalt
de raad van toezicht mede de richting waarin
en de wijze waarop de boerenleenbanktaak
tot uitvoering zal moeten komen.
In een volgend artikel willen wij wat dieper
ingaan op de wijze waarop de raad van toe
zicht in de praktijk zijn taak zal kunnen uit
voeren.
1831