De taak van de Raad van Toezicht Op de voorlichtingsbijeenkomsten voor be heerders en kassiers, die dit winterseizoen zijn gehouden is aan de taak van de raad van toezicht van de plaatselijke boerenleenbank bijzondere aandacht besteed. De oorzaak hier van is, dat vrijwel alle aangesloten boeren leenbanken in het afgelopen jaar hun statu ten hebben gewijzigd. Deze statutenwijziging bracht mee, dat het accent van de taak van de raad van toezicht anders is komen te lig gen. Het spreekt vanzelf, dat dit ook tot ver anderingen leidt in de verhouding tussen be stuur en raad van toezicht en in de wijze van vergaderen. De statutenwijziging heeft zich, zoals bekend mag worden verondersteld, niet tot de veran dering van de taak van de raad van toezicht beperkt. De tekst van de nieuwe statuten en het nieuwe huishoudelijke reglement komt tegemoet aan de behoeften, die werden ge voeld zowel terzake van de omvang van de financieringstaak van de boerenleenbank als ten aanzien van de wijze waarop het beheer van de boerenleenbank wordt gevoerd. 1830 De gewijzigde statuten stellen allereerst de aangesloten boerenleenbanken in staat hun activiteiten tot een ruimerterrein uitte breiden. Met name de financieringstaak kan intensiever en op een breder vlak worden uitgevoerd. Daarmee is de mogelijkheid geopend, dat de boerenleenbank beter nog dan voorheen het financiële middelpunt van haar werkgebied kan zijn. Om een volledige ontplooiing van activiteiten in de gewenste richting te kunnen verwezen lijken, was het ook wenselijk gebleken, dat bij de boerenleenbanken organisatorisch die wij zigingen worden doorgevoerd, welke tege moet komen aan de verlangens van hen, die met name voor hun financieringsbehoeften een beroep op de boerenleenbankwillen doen. Verlangens, die enerzijds voortspruiten uit de terughoudendheid om vertrouwelijke gege vens aan een te omvangrijke groep personen bekend te geven, anderzijds berusten op de behoeften om de procedure van de besluit vorming terzake van de voorschot- en krediet verlening zo eenvoudig mogelijk te houden. Dit heeft ertoe geleid, dat voor wat betreft de voorschot- en kredietverlening het zwaarte punt van de taak van de raad van toezicht van de boerenleenbank meer is komen te liggen bij het toezicht achteraf. Een toezicht dus, dat antwoord moet geven op de vraag of het be stuur zich bij de verstrekking van voorschot ten en kredieten heeft gehouden aan de be palingen van de statuten en het huishoudelijk reglement, aan de beleidslijnen die de raad

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 8