Boekbespreking Ontwikkelingen van de bedrijfsorganisatie in de akkerbouw. Deel I. Algemene aspecten van de akkerbouw en de produktie-organisatievan de belangrijkste gewassen. Publikatie nr. 5 in de serie Nieuwe Bedrijfssystemen in de Land bouw. Verkrijgbaar door storting of overschrij ving van f 1,75 op giro 966.643 van het Proef station voor de Akker- en Weidebouw, Born- sesteeg 45, Wageningen, onder vermelding: Voor Publikatie 5. De hoge lonen in onze maatschappij worden ook voor de landbouw van steeds ingrijpender betekenis. We zien hierbij dat, los van de bedrijfsuitkomsten in de landbouw, het loon en de arbeidsvoorwaarden mee omhoog moe ten, om voldoende arbeiders op de bedrijven te houden. Zo steeg bijvoorbeeld het prijspeil van akkerbouwprodukten in tien jaar tijds met 6%; in dezelfde periode bedroeg de loonstij ging 100%. Belangrijke aanpassingen in de produktie-organisatie op de akkerbouwbedrij ven zijn hierdoor noodzakelijk. De Studiegroep Akkerbouw, ingesteld door de Commissie Nieuwe Bedrijfssystemen in de Landbouw, gaat de aanpassingsmogelijkhe den op akkerbouwbedrijven na. Een eerste rapport over deze studie is thans bij het P.A.W. te Wageningen verschenen. De studiegroep heeft grote aandacht geschon ken aan de akkerbouwgewassen die econo misch en bedrijfsorganisatorisch voor de ak kerbouwbedrijven van de meeste betekenis zijn (granen, aardappelen, bieten). Om een voldoende inkomen uit het bedrijf te kunnen halen heeft men, aldus een van de conclusies van de studiegroep, binnen afzien bare tijd per vaste arbeidskracht minstens 15 tot 25 hectare in de akkerbouw nodig, mede afhankelijk van de aard van de grond in ver band met de te verbouwen gewassen. Omdat 15 tot 25 hectare ongeveer het dubbele is van de thans per manjaar bewerkte oppervlakte, zal men moeten streven naar een aanzienlijke uitbreiding van de oppervlakte per man be werkte grond. De technische mogelijkheden zijn ruimschoots voorhanden. Hierop gaat het rapport nader in. Wat de arbeidsbezetting betreft, is de studie groep van mening dat veel van de bestaande akkerbouwbedrijven om voldoende inkomen te kunnen houden zich tot éénmansbedrijf of gezinsbedrijf zullen moeten ontwikkelen, of groter moeten worden. Om op een akkerbouw bedrijf een economisch verantwoord zelfstan dig gebruik te kunnen maken van arbeid en machines moet men, bij een arbeidsbezetting van minimaal twee personen, minstens 30 a 50 hectare graan verbouwen. Wat de aard appelteelt betreft wordt een minimale opper vlakte van 8 hectare genoemd en bij de teelt van suikerbieten 6 hectare. 1848

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 26