Verkiezing bij acclamatie
Bij artikel 44 lid 1 onder a. van de nieuwe sta
tuten van de plaatselijke boerenleenbanken is
de mogelijkheid ingelast om in bepaalde ge
vallen een functionaris bij acclamatie, dus
zonder schriftelijke stemming, aan te wijzen of
te verkiezen. Deze gevallen zijn de volgende:
1aanwijzing van twee leden van de bank, die
te zamen met de voorzitter en de secretaris
de notulen van de algemene vergadering moe
ten vaststellen en ondertekenen (artikel 43
lid 2);
2. de verkiezing van een lid van het bestuur
of de raad van toezicht om te voorzien in een
vavature waarvoor slechts één kandidaat is
gesteld.
Gewone gang van zaken
De onder 1 bedoelde aanwijzing zal in de
praktijk wel niet tot moeilijkheden aanleiding
geven. In feite zal immers op de algemene
vergadering de gang van zaken zijn als volgt.
Nadat de voorzitter de vergadering op de ge
bruikelijke wijze heeft geopend, gaat hij over
tot het aanwijzen van een secretaris en de be-
1798
noeming van twee stemopnemers, gelijk bij
artikel 42 is bepaald. Dan komt aan de orde
het aanwijzen van twee leden van de bank,
die, met de voorzitter en de secretaris, de
notulen moeten vaststellen en ondertekenen.
De voorzitter draagt deswege een tweetal
personen voor en constateert, indien deze
voordracht geen bezwaar ontmoet, dat de ver
gadering met de aanwijzing van deze per
sonen akkoord is gegaan. Daarmee is ook dit
punt afgehandeld. De mogelijkheid is denk
baar, dat de vergadering zelf het niet met de
voordracht eens is en een tegenkandidaat
naar voren schuift. In dat geval is een schrifte
lijke stemming onvermijdelijk, tenzij de voor
zitter uit tactische overwegingen er de voor
keur aan zou geven de door de vergadering
gewenste kandidaat over te nemen door het
voorstel dienovereenkomstig te wijzigen.
Procedure
Meer moeilijkheden kunnen echter naar
ons reeds is gebleken in de praktijk wor
den verwacht met de nieuwe regeling betref
fende de verkiezing van de leden van het be
stuur en de raad van toezicht. Voor een goed
inzicht in deze materie moeten wij beginnen
met een enigszins breedvoerige uiteenzetting
van de procedure betreffende de kandidaat
stelling, zoals deze in de nieuwe statuten is
geregeld. Op dit punt wijken namelijk de nieu
we statuten aanzienlijk af van hetgeen vóór
de invoering daarvan gebruikelijk was.
Voorheen geheel vrij
Voorheen was zowel de kandidaatstelling als
de verkiezing zelf geheel vrij. In de praktijk
geschiedde het meestal zo, dat de voorzitter,
hetzij bij het rondzenden van de agenda, het-