gevolg zal geven en dus de cheque niet zal uitbetalen. Zou echter door onvoorziene om standigheden de bank, ondanks de herroeping toch hebben uitbetaald, dan kan de trekker deswege de bank niet aansprakelijk stellen. In het geval dat de herroepen cheque ter be taling wordt aangeboden later dan acht dagen sedert de dag van uitgifte, mag de bank het bedrag niet uitbetalen. Zou de bank de cheque desondanks toch honoreren, dan kan zij het betaalde niet ten laste van de cliënt brengen. Regresrecht Wellicht zal na het voorgaande bij de lezer de vraag rijzen welke waarde een cheque als betaalmiddel nog heeft wanneer de trekker door enkele herroeping de in de cheque ver vatte betalingsopdracht aan de betrokken bank tenipt kan doen. Ongetwijfeld is het wei geren van betaling van een aangeboden cheque voor de aanbieder een onaangename verrassing. Dit betekent echter niet, dat de aanbieder nu maar zonder meer in de herroe ping moet berusten. Hij kan namelijk, indien hij althans de betrokken cheque ter betaling heeft aangeboden binnen de termijn van acht dagen, zich tot de trekker alsmede tot even tuele endossanten wenden om alsnog te trach ten betaling te bekomen van het op de her roepen cheque vermelde bedrag. Zowel trek ker als endossanten dienen voor de betaling van de cheque in te staan. Dit recht van de aanbieder wordt regresrecht genoemd. Het dient te worden uitgeoefend binnen zes maan den nadat de termijn van acht dagen is ver streken. Behalve dat, zoals gezegd, de aanbieding moet hebben plaats gehad binnen acht dagen na de datum van uitgifte, geldt tevens als voorwaarde voor het regresrecht, dat van de weigering van betaling blijkt door een verkla ring van de betrokken bank, gedagtekend en geschreven op de cheque onder vermelding van de dag van aanbieding. Kassiers die een tijdig aangeboden cheque na herroeping wei geren te betalen dienen dan ook een derge lijke verklaring op de cheque te stellen, zodat de houder zijn rechten jegens de trekker als mede jegens eventuele endossanten geldend kan maken. Naast het afgeven van genoemde verklaring noemt de wet ook nog als moge lijkheid om van de niet-betaling te doen blij ken: het opmaken door een notaris, een deur waarder of de griffier van het kantongerecht van een authentieke akte, waarbij vastgesteld wordt dat de cheque tijdig is aangeboden en niet is betaald. Het feit, dat de houder van een herroepen cheque middels een verklaring of akte zijn rechten kan doen gelden neemt niet weg, dat de houder die te goeder trouw is, door de her roeping heel wat moeite kan hebben om de tegenwaarde in handen te krijgen. Hieruit volgt eens te meer, dat een boerenleenbank zich ervan moet onthouden een cheque, ge trokken op een andere bank, aan een niet- rekeninghouder uit te betalen. Zelfs als tele fonisch is geïnformeerd kan nog herroeping plaats hebben met alle gevolgen van dien. 1813

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 23